Schellingwouderkerk
Weer Amsterdam Noord
Twee Leunstoelen geleden was Katharina Kouwenhoven in Amsterdam Noord, nu ben ik er. De wijk die decennialang een slechte naam had is ineens booming. De vele festivals, nieuwe restaurants en neergestreken creatievelingen maken het stadsdeel cool.
Aan de andere oever van ‘t IJ was ik wel vaker. De dag voor de kroning van onze koning in 2013 bijvoorbeeld, om de voorbereidingen van de Koningsvaart te zien. De dag dat A’DAM Toren zijn liften opende voor publiek stond ik vooraan, even later lag Amsterdam aan mijn voeten. En laatst was ik bij het NK Schaken in de Tolhuistuin om rijzende ster Jorden van Foreest te zien. De piepjonge grootmeester dacht zo lang na over een zet dat ik al gauw in de zon aan het bier zat. De bedrijvigheid op ‘t IJ beviel me beter dan staren naar een statisch schaakbord.
Bovengenoemde locaties zijn op spuugafstand van elkaar; tijd om de grenzen te verleggen.
Het is zaterdagochtend en het zomert lekker na. Het is vroeg dus het strand van Blijburg is nog uitgestorven. Langs het water fiets ik naar de Enneüs Heermabrug. Neerlands saaiste politicus gaf zijn naam aan een frivole brug. Amsterdammers vinden Beha of Cup IJ trouwens beter klinken. Even verderop ligt de Schellingwouderbrug en dat is gewoon een brug. Als ik op het hoogste punt stop, heb ik een fantastisch uitzicht over de stad. Hier begint Noord en begint meteen goed. Het dorp Schellingwoude heeft zijn oude karakter behouden. Een kerk, dijkhuisjes, een voetbalclub en een jachthaven met sluis.
Naadloos fiets ik het volgende dorp in: Nieuwendam. Hier staan op de dijk zelfs houten huizen - de kapiteinshuisjes - met klokgevels in alle kleuren. Pas als ik door het park fiets en jonge vrouwen afgebeuld zie worden door hun bootcamp instructor weet ik dat het 2017 is.
Opeens is de idylle over. Grauwe huizenblokken en portiekflats rijgen zich aaneen. Pas als ik Kadoelen bereik wordt het weer mooi. Ik ben hier omdat er een dierenbegraafplaats is. Ik hoop op kitscherige grafstenen met dito grafspreuken. Maar niks, het is een leeg grasveld met in de hoek een strooiveld. Aan de rand van de weide staat een standbeeld van een olifant. Ik hoop maar dat er genoeg gravers waren om Dombo te begraven. Ik verlaat - lichtelijk teleurgesteld - de begraafplaats tot ik bij de uitgang een vaasje zie. Aan de stengel van een dooie bloem hangt een briefje. ‘Lieve Toby, ik mis je’.
Het fietspad richting IJ loopt langs water, vanzelfsprekend, water is hier nooit ver. Hoe dichter bij de oever, des te harder beuken monotone klanken me tegemoet. Geluidstechnici testen hun installatie alvast voor het festival dat straks losbarst. Ik hoop maar dat er genoeg te drinken en te slikken is want het decor is troosteloos. Een zandvlakte wordt afgebakend door met zwart plastic beklede hekken en schots en scheef op elkaar gestapelde zeecontainers. Die zijn verroest en beschilderd met onooglijke graffiti. En dan ook nog die teringherrie!
Noord viel niet tegen, allesbehalve. De tip van Katharina om de Noorder Begraafplaats te bezoeken kwam te laat, het geeft me een goede reden om hier nog eens te fietsen. Als ik maar niet naar zo’n festival hoef.
Thomas van der Steen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten