donderdag 23 juni 2016

GENIET!

        

                    GENIET!



In Portugal beminde ik niet alleen de zon maar ook de wrede branding van de Atlantische Oceaan. Twee weken vakantie en geen wekker, werk, tv en dus geen Sylvana Simons. Maar ook geen fiets en die ging ik missen. Thuisgekomen snakte ik naar een tochtje maar als ik vrij was hoosde het doorlopend. Gelaten wachtte ik op mijn kans.


Het is zover, damp slaat van het asfalt, de zon heeft gewonnen. Het walmende fietspad ruil ik in voor een bospad in het Corversbos. Het rondje dat ik ga maken ken ik van buiten. Daar zijn de moestuinen al met de daarbij horende gebogen gestaltes. Erna de schitterende buitenplaatsen in ‘s Graveland. De provinciale weg naar Weesp, links de molen, rechts de misplaatste lama’s en struisvogels in het weiland. Vlak voor Weesp linksaf en langs de Vecht en de Spiegelplas; de strandjes zijn vol. Langs het huis van onze minister van Defensie, althans, tijdens een interview met Nieuwsuur stond ze ervoor. In Nederhorst den Berg zie ik het schattige kerkje op de terp en iets verder het prachtige kasteel. Ik verheug me al op het Bergse Pad naar Ankeveen.


Dat pad loopt dwars door de Ankeveensche Plassen en is van de natuur en een beetje van mij. Als ik over het bruggetje fiets zie ik torenhoge berenklauw, ze lijken wel buitenaards. Het zandpad is versmald door oprukkend groen. Ik kan het water van de plas niet zien door het hoogstaande riet. Stengels en bladeren striemen mijn schenen. In de corridor vliegen reuzenlibellen hun onvoorspelbare koers. Kleine vogels fladderen vlak voor mijn voorwiel heen en weer het fietspad over. De tocht krijgt Freek Vonk-achtige allure als ringslangen hun kop opsteken. Maar regelrecht angstaanjagend wordt het als ik door wolken insecten rijd. Eerst is het getik op mijn wangen nog grappig maar de wolken worden donkerder en talrijker. Als zelfs door mijn neus ademen geen soelaas biedt neem ik tussen de zwermen door een teug lucht en hou mijn adem in. Het is niet leuk meer en ik smacht naar het einde van het pad.


Eindelijk, ik heb Ankeveen gehaald en plof neer op een bankje. Ik haal diep adem en kom een beetje bij. Voor me een strakblauwe lucht, de rimpelloze plas en een weiland met Friese koeien. Zalig, veilige natuur. Als ik opsta om naar huis te fietsen zie ik dat er GENIET! op het bankje staat. De gebiedende wijs en het uitroepteken ergert me. ‘Hé bank, dat maak ik zelf wel uit!’


Thomas van der Steen



zondag 5 juni 2016

Pretty in Pink

      

    Pretty in Pink



                


Nadat het roze circus in 2010 door Amsterdam denderde is nu Apeldoorn aan de beurt als decor voor de proloog van de Giro. Om de Ronde van Italië van dichtbij mee te maken hoef ik niet af te reizen naar Messina. Met de auto ben ik via de A1 binnen een uur in Apeldoorn.


                                              De dag ervoor:


Het is niet alleen Hemelvaartsdag maar ook Bevrijdingsdag. Met de fiets wil ik het parcours van 9,8 kilometer verkennen. De start is in Omnisport, een multifunctionele hal met wielerbaan. Bij de deur waar de coureurs morgen verschijnen stap ik op de fiets. De Zutphensestraat gaat in een rechte lijn op het centrum aan. Maar vlak daarvoor moeten de renners, en nu ik dus, haaks naar rechts. De route wordt met roze pijlen aangegeven. Ten overvloede heeft de gemeente in de lantaarnpalen roze gespoten fietsen gehangen, ik hoop maar dat het weesfietsen zijn.


Alles in roze gedompeld. Linten, ballonnen, vlaggetjes, slingers, spandoeken, alles is roze, de Japanse kers bloeit en de kinderen drinken Fristi.


Langs Kanaal Noord is het saai, garages en onbestemde loodsen rijgen zich aaneen. Aan het eind linksaf, meteen daarna weer. Overduidelijk is dit de dure wijk van Apeldoorn. Herenhuizen, villa’s, Prinsenpark, nog meer villa’s en het Wilhelminapark. Bij het Oranjepark, toe maar, nog een park, hangt aan een paal de mededeling dat ik halverwege ben.
De route schampt het centrum maar buigt op tijd af. De Kerklaan voert westwaarts en gaat over in de Canadalaan. De stad is haar bevrijders eeuwig dankbaar. De Soerenseweg ligt er prachtig bij. De bladeren van de bomen filteren het felle zonlicht.
Als ik langs een kerkhof rij kan ik me niet beheersen en stap af. Roze ontbreekt hier. Het is een grote begraafplaats en ik neem de tijd om te banjeren. Onder een berk zit een echtpaar op campingstoeltjes. Thermosfles en plastic bekers tussen hen in. Snel kijk ik op de steen en zie dat hun Marinus op 5-5-2011 overleed, vandaag 5 jaar geleden. In een hoek van de rustplaats staan 23 dezelfde kruisen. Op een grote steen staat: slachtoffers vliegramp chr. HBS 7 oct. 1946. Nog nooit van gehoord en vraag het een oudere man. Een militair piloot wilde zijn moeder groeten en vloog stuntend boven de stad. Het ging fout, hij stortte neer en de brandstoftank scheurde open in de gymzaal van de school. Alle sportende leerlingen verbrandden, de oudste was 17.


Aan de rand van de stad moet ik rechts de Jachtlaan op. Deze weg gaat naar het kruispunt met de beruchte Naald. Links zie ik de lange oprijlaan die naar Paleis het Loo voert. De Loolaan, een brede boulevard, vormt het laatste stuk tot de finish. Een prachtige route door een mooie stad, de renners zullen denken dat Nederlanders in een paradijs wonen.


                                            De dag zelf:


Op vrijdag ga ik met de trein naar Apeldoorn. Daar spring ik op een OV-fiets. Ik spoed me naar de parkeerplaats van Omnisport om de bussen van de wielerteams te bewonderen. Mecaniciens lopen zenuwachtig en zwetend rond met wielen. In de schaduw van de bussen rijden de eerste renners zich al warm op de rollers. Er is rumoer, Koning  Willem-Alexander arriveert. Als hij binnen de hal Fabio Sabatini wegschiet fiets ik met die mee. Hij op de weg en ik achter de haag toeschouwers op het fietspad. In drie pedaalslagen ben ik ingehaald maar maak wel de aanmoedigingen mee die over de coureurs golven.


De stad is nog rozer dan gisteren. Twee Turkse meisjes dragen knalroze hoofddoeken en dat er roze Levi’s bestaan wist ik niet maar vandaag zie ik er 5.


Een vriend van me is iets hoogs bij een van de sponsors. Op zijn uitnodiging meld ik me bij een van de VIP-dorpen. In no time zit ik op de tribune met pasta, prosciutto en prosecco, mille grazie Roberto. Met bloedstollend klein verschil zien we ‘onze’ Tom Dumoulin winnen en de eerste roze trui aantrekken. Als ik naar het station fiets zie ik dat Apeldoorn wordt opgeruimd en van zijn roze karakter wordt beroofd.

Thomas van der Steen