donderdag 29 juni 2017

Sweet Home Alabama

         

    

             Sweet Home Alabama

Daar staan ze, huurfietsen in slagorde voor de campingwinkel. Fietsen had ik hier in Amerika nooit verwacht. We, mijn vrouw en ik, zijn met onze huurcamper op reis door het zuiden van de Verenigde Staten en zijn bij de Golf van Mexico beland. Dit is waarschijnlijk onze enige kans op een fietstocht en ik doe gelijk zaken. Cindy swipet mijn Visa door de kassa en geeft ons de sleutels. Thanks Cindy, you’re an angel.

De fietsen zijn zogenaamde beach cruisers: ze hebben dikke banden en we zitten meer naar achter dan normaal. Eerst een rondje over de camping, dan door het bos naar highway 182 om langs de kust te fietsen. Het zand is nog fijner en witter, de zee blauwer en schoner dan we ons vooraf hadden voorgesteld. Onze lunch in Gulf Shore Steamer is Amerikaans: Brian serveert een rijke tonijnsandwich en de blackened catch of the day past niet op het bord.
Om bij de ingang van het natuurpark te komen moeten we een stukje over de highway. Zilveren trucks, groot als kastelen, bulderen langs ons. Wij overleven het in tegenstelling tot de armadillos, wasberen, coyotes en herten. Gieren steken hun koppen tot zo ver ze maar kunnen in de kadavers.

Het State Park blijkt groter dan de Veluwe. We zijn getipt over de vlinder- en rotstuin. De 3 rotsjes zijn voor ons, gewend aan de keien in Gooi- en Eemland, een lachertje. De vlindertuin staat vol met vlinderstruiken maar er is geen vlinder te bekennen. Houten vlonders voeren ons over dampende moerassen. Als enige mensen zijn we omringd door een mysterieuze natuur. Knalrode vogels, het blijken later kardinaalvogels, vliegen met ons op en boven ons cirkelen wouwen, buizerds, haviken en arenden op zoek naar een eekhoorn. We zijn gewaarschuwd voor ratelslangen en dat is weer eens iets anders dan teken, maar die zijn er ongetwijfeld ook.
Als ik de weg kwijt ben speur ik de horizon af op zoek naar de watertoren van de camping, onze blauwe boei.
                                  
                                                

De hitte vergt al ons zweet en we rusten tot de zon wat gezakt is.
Want we willen nog naar de pier die tot ver in de zee steekt. Parallel aan de weg loopt een fietspad door de duinen. Bij het kruispunt waar we Perdido Beach Boulevard moeten oversteken is net een forse aanrijding geweest. Een personenauto is midscheeps geraakt door een robuuste pickup truck. De bestuurder van de aangereden auto kan er niet uit en consternatie daalt neer op het kruispunt. Terwijl er meerdere mensen 911 bellen hoor ik de eerste sirene al in de verte. Na de eerste schrik neemt een aantal mannen het voortouw. Eentje gaat op de achterbank zitten en stabiliseert met zijn handen de nek van het slachtoffer. Drie anderen trekken met geweld de deur van de bestuurder van de auto af. Nu zien we dat hij met zijn benen bekneld zit onder het dashboard. Twee auto’s met sheriff op de deuren arriveren samen met de eerste ambulance. Alle mogelijke hulp is gearriveerd en we besluiten over te steken; glas en metaal knarst onder onze slippers.

De pier blijkt er een voor vissers te zijn, er zijn er tientallen. En ze hebben aan de lopende band beet. Ze hopen allemaal op een haai maar het zijn meer onschuldige vissen als meervallen, zeebaarzen en makreel. Op de reling staan reigers en pelikanen geduldig te wachten tot ze wat toegeworpen krijgen.
                                     
                         
Als we na een uurtje uitgekeken zijn en terugfietsen komt net een traumaheli aanvliegen. Op het kruispunt staan nu 4 politieauto’s, 3 ambulances, 2 brandweerauto’s, een truck om het wrak af te voeren en de helikopter dus. Het kruispunt is een inferno aan zwaailichten. Als je in de Verenigde Staten bent lijkt het sowieso of je in het decor van een film loopt maar ze kunnen ook overdrijven. We kunnen in ieder geval veilig de highway oversteken.

In het strijklicht van de ondergaande zon fietsen we over de bayou terug naar de camping. De ogen van een alligator lichten rood op maar hij laat ons met rust.

Thomas van der Steen






zaterdag 24 juni 2017

The couple went down to Georgia ( 3, and back home )

                        




        

                                The couple went down to Georgia
                                  ( 3 and back home )        

Vrijdag 26 mei

                                                The Blue Angels    

Na drie dagen op dezelfde plek is het tijd om te vertrekken. De boulevard langs de kust is een snelweg. Als liefhebber van musea over militaire historie en oorlog in het algemeen heb ik mijn zinnen gezet op het Naval Aviation Museum in Pensacola. Zoals veel musea in de VS is het gratis maar we moeten ons wel onderwerpen aan een gedegen ID-check. Dat is logisch want het museum bevindt zich op een militaire basis. Zalen met plafonds tot de hemel vol met vliegtuigen en ander wapentuig. Een van de kleinste objecten is wel meteen de dodelijkste: Fat Man, een replica van de atoombom die Nagasaki verwoestte. Het pronkstuk zijn de Blue Angels, de jets van het stuntteam.

                  
                                  De Blue Angels hangen aan het plafond
Overdaad schaadt en na het zoveelste vliegtuig hebben we ‘t wel gezien. Als we via de galerij naar de uitgang lopen treffen we nog een museumpje in het museum: een straat in Pensacola ten tijde van WOII.
Een bioscoop-loket, kapperszaak, kruidenierswinkel en een huiskamer. In de hoek uit de radio het verslag van de overwinning op Okinawa. De verpakkingen, prijzen en reclame in de grocery zijn weergaloos.

           
                                          Ik kon het niet laten

Voordat we de kust definitief verlaten nog één keer naar het strand en in zee zwemmen.
Maandag is het Memorial Day en daarom is het dit weekend druk. Ik heb een camping gemaild in Westville, de rest is vol. Het ligt een slordige 200 km landinwaarts. Als we tanken in Holt blijkt dat ‘White Trash-paradise’. Er zijn alleen maar mannen, vieze mannen. Ze kopen sigaretten, six-packs of pruimtabak. Of alledrie. En ze spugen, allemaal. Mijn telefoon gaat en het is Lucy, de vrouw van John van de camping. ‘Hi there Thomas, you’re welcome at Lake Victor tonight, you’ll enjoy the sunset.’
Het blijkt een kleine camping in the middle of nowhere. Behalve de inderdaad fenomenale zonsondergang zijn er ook fenomenaal veel muggen. We kunnen de $38,00 niet cash afrekenen en nadat internetbankieren geen optie bleek mochten we voor niks blijven. Thanks John and Lucy.
We eten vooraf de kreeftjes van gisteren en B. heeft het bereiden van omelet met worst en jalapeños onder de knie.



                                    Zonsondergang boven Lake Victor, Florida



Zaterdag 27 mei

                                          Reisdag, klotedag

De camper is klein en wordt na 15 dagen almaar kleiner, eigenlijk sta je altijd in de weg. Dus we krijgen ruzie over een onbenulligheid, iets over de bandenspanning. Wat ik thuis in 3 minuten voor mekaar heb blijkt hier een crime. De bandenspanning is oké maar de spanning in de cabine is ijzig. Maar als je onderweg op straat een heuse Timber rattlesnake treft heb je ‘t snel uitgepraat.


                                                          
                                                                Een Timber rattlesnake kruiste ons pad.


Het is zo druk dit weekend dat we weer op een KOA moeten overnachten. Soms zijn die campings prachtig maar vaak ook voor ‘t gemak naast de afrit van de Interstate. Die in Forsyth is er zo een. Van een Amerikaan naast ons begrijp ik dat Memorial Day het begin van de vakantie betekent voor scholieren. Nooit geweten, ze hebben DRIE MAANDEN vakantie! Behalve de slang een zogenaamde ‘jour sans’.
Dumoulin staat 4e in de Giro op 53 seconden………’t zal toch niet?

Zondag 28 mei

                                                 ROZE

Omdat het tijdsverschil 6 uur is ga ik rond elven ‘s ochtends horen of Tom Dumoulin het roze wint. Daarom maar stevig ontbijten, weer eens bij Waffle House. Kom maar door William, met je koffie-refills, jus d’orange, wafel met spek en 2 sunny side up, ook met spek en hash browns.
Over kleine wegen rijden we noordwaarts, naar Athens. Het gaat op en af en de omgeving lijkt op Midden-Frankrijk. De zon stijgt en stijgt, de atmosfeer beklemt. Langs de kant van de weg volg ik via internet en twitter het laatste kwartier van de Ronde van Italië. Tom wint, ongelooflijk!
In Athens bezoeken we de botanische tuinen bij de universiteit. We zijn wel wat meer gewend, zo zie je maar, niet alles in Amerika is groter, hoger en sneller.
We hebben een kamer besproken - de campings zijn vol - in Howard Johnson Inn. Met zwembad, schone lakens, double beds, een badkamer, dat is weer eens wat anders dan die pietepeuterige oppervlaktes. Als we aankomen zien we meteen dat het vergane glorie is, en belangrijker, ER ZIT GEEN WATER IN HET ZWEMBAD!
Maar door de hartelijke ontvangst van Patricia en Toya zijn we dat al gauw vergeten.

         
           ‘An obstacle is often a stepping stone’  staat in neon voor deze kerk op Broad Street, Athens, Georgia


Naast het motel kookt Señor Sol Mexicaans maar daar hebben we geen zin in. Iets verderop is Hilltop Grille, we gaan lopen. Dat wordt door de berm lopen want er zijn geen stoepen. De maître d’ - Groucho Marx après-la-lettre - wijst ons een tafeltje in het nagenoeg lege restaurant. Kelly is onze serveerster en doet dat zoals we dat inmiddels gewend zijn. Alles kan hier en niks is gek. Mocht ik een glas rode wijn bestellen met ijs en een rietje dan trekken ze niet een wenkbrauw op maar zeggen: ‘In a minute, sir.’
B. vooraf: garnalen in enchiladas met groene paprika en kaas, rode salsa en creme fraiche erbij. En ik heb salade met bacon, blauwe kaas en croutons. We delen een ribeye van 16 oz. ( = 450 gr ), meer dan genoeg. Als B. witte wijn bestelt zegt Kelly, ‘Oh, I love the grapefruit in it’. Sure baby.
Op de terugweg komen we langs The Blind Pig Tavern, iets wat lijkt op een café. Afgevuld met gasten met maar één doel: dronken worden. Zelfs Melissa, jonge barmeid van dienst, is kachel. Als B. naar witte wijn vraagt raadt ze dat zonder omhaal ten stelligste af. Dan maar 2 Bud’s, oversteken en breeduit slapen.

Maandag 29 mei

                                       Memorial Day
   
           
                      Op Memorial Day worden de gesneuvelde soldaten herdacht
Als we gaan ontbijten, laat, want ‘t sliep zo lekker, lijkt de ontbijt-lounge wel een voedselbank. Zwervers, een pleegmoeder met een slinger kinderen, een stinkende man die letterlijk zijn zakken vult met voedsel, het zijn overduidelijk geen gasten.
Vlakbij ligt Tallulah Falls, de watervallen met de hangbrug zijn een attractie.

           
                                                                  B. rekent uit hoe lang……….

Dit park bestaat eigenlijk alleen maar uit trappen met eindeloos veel treden. De 335 naar beneden gaan gesmeerd maar ja, dan moet je weer naar boven. Het hoge percentage toeristen uit Azië - India, Pakistan en China - valt op, ineens, uit het niets.
We overschrijden weer een staatsgrens en zijn nu in North Carolina, de 8e deze trip. In Cherokee kan B. haar hart ophalen aan Indianengedoe. Eerst gaan we naar een openlucht dorp waar getoond wordt hoe de Cherokee’s hun pijlpunten, kralen en kano’s maakten. Ze gaan ook dansen en dat vind ik vreselijk. Eer en cultuur worden te grabbel gegooid voor een paar grijpstuivers.
Het museum is daarentegen wel interessant. Het vertelt hoe ze zijn besodemieterd, opgejaagd, gedeporteerd en uitgemoord. George III van Engeland had nog wel ‘t beste met ze voor maar toen de Amerikanen het voor het zeggen kregen in ‘hun’ land was het pleit van de Indianen beslecht.
                                        
                                                                            De Indiaanse 80-jarige oorlog
Op een plek waar wordt stilgestaan bij alle gesneuvelde Amerikaanse soldaten in al hun oorlogen, het is nog steeds Memorial Day, worden de 1000 die vielen in een oneerlijke strijd ook herdacht, je moet maar durven.
We zijn in een heus reservaat, Qualla Boundary, en we slapen vanavond in het bos. Indian Creek Campground is ouderwets simpel en ruim. Na het eten willen we een vuurtje stoken maar het gaat regenen. Het geluid van de snelstromende kreek soest ons in slaap.
                         
                                                                                               ‘Into the Wild’

Dinsdag 30 mei

                                        Blue Ridge Parkway

Die weg door de bergen is bijna 800 km lang  maar we gaan daar maar 150 van rijden, we rijden tot Asheville. Het is meteen fantastisch en dat blijft zo. Om de 5 mijl is er een zogenaamde overlook en die vergezichten zijn adembenemend.
                   
                                                    Big Witch Overlook
De zelfgemaakte sandwiches eten we bij dit uitzicht en dat smaakt goed. Het is op en af, draaien en keren en dat is met een camper behoorlijk zwaar. Maar opeens is daar toch Asheville.   
                      
                                                               There is only one  number 1

Een oud centrum, art deco huizen en totaal arty-fartie en verhippied. En opeens alleen maar liberals, Bernie Sanders-fans en studenten met blauw haar. En 2 gays - interracial, ook dat nog - die hand in hand lopen. Koffie gedronken in een Engelse dubbeldekker en bosbessencake naar binnen geschrokt want hypo.
Om bij Lakewood RV resort in Hendersonville te komen rijden we even door South Carolina en dat is onze 9de staat. Het blijkt trouwens een 55+ camping, dat komt goed uit, dat zijn wij ook. Maar het hele nette en fatsoenlijke is beklemmend. In het zwembad roept B. me iets na en een oude bader zegt: ‘Are you talking to me, i’m not wearing my hearing aid.’
Na het zwemmen doen we boodschappen bij Ingles. Ik ben een liefhebber van supermarkten en heb veel gezien in mijn leven maar dit slaat alles. Als je het niet gezien hebt kun je je er geen voorstelling van maken, de keuze is astronomisch. Zo hebben ze Belgische en Nederlandse bieren waar ik nog nooit van gehoord heb. Op de afdeling Deli kun je voor iedere dag van het jaar iets anders kopen.
We eten de gebarbecuede kip voor de camper en genieten van de jongsten zijn.

Woensdag 31 mei

                              ‘Good morning campers!’
                                Uncle Ernie in Tommy

                                
                                           Wolfe’s Angel

In de stad staat een beroemde engel op een begraafplaats en op beide ben ik dol. Het beeld heeft ene Thomas Wolfe geïnspireerd tot het schrijven van een boek en ik dacht dat het dus wel die befaamde Tom Wolfe was maar nee. Maar de begraafplaats en de engel vallen niet tegen.
                                         
Zo vond ik deze verongelijkte Jezus weggestopt in een hoekje. Zijn blik is veelzeggend, hij eist een prominentere plek.

Als we Unicoi State Park naderen worden de aanwijzingen almaar onduidelijker. We kunnen de receptie pas vinden na eindeloos gezoek en gepuzzel. Maar Brittany, roodharig, jong, naïef maar o zo bereidwillig, helpt ons naar een mooie plek. We staan midden in ‘t bos - een zwarte specht met rood mutsje kijkt schalks om een boomstam heen - we hebben een firering en geen buren. Er is een meertje met een pad eromheen. We lopen meteen naar het strandje, B. zwemt en ik me verbaas me over de vulgariteit van de strandgasten.
Door diezelfde Brittany zijn we getipt over The Lodge. Je zou er alles kunnen eten, van pizza tot oesters, tegen een schappelijke prijs. Door het bos loop ik erheen, behalve tijdrovend ook nog omhooglopend, en als ik er eindelijk ben lijkt het op een failliete van der Valk-vestiging. Het lijkt gesloten maar als ik een deur probeer gaat ie open. Onafzienbare gangen die bekleed zijn met het lelijkste tapijt dat ik ooit zag. En de stilte…...ik begin me steeds onbehaaglijker te voelen. Eindelijk tref ik een latino schoonmaker die ik vraag waar het restaurant is. Zwijgend wijst hij me nog dieper de spelonken van deze betonnen kolos in. Achter een systeemwand zie ik eindelijk een bar. Aan een formica tafel zitten 3 opgedirkte zwarte vrouwen op leeftijd. Aan de bar zit een man met zijn zoons. Hij ziet mijn vragende blik en zegt: ‘Tammy is serving the bar and the restaurant but the cook didn’t show up, so now she’s preparing my pizzas’. Nog net niet gillend volg ik de bordjes EXIT door de gangen die steeds meer lijken op die van The Shining.
                                 
                                        Hotel Ahwahnee uit The Shining?

Na horten, stoten en vloeken eindelijk weer eens een kampvuurtje. Vuurvliegjes dansen in het bos.

Donderdag 1 juni

                                     Rust en cascade


                             
                                    Onze plek in Unicoi State Park

Rust, want we blijven hier nog een dagje. Toch vroeg op, we gaan de hele trail rond het meer lopen. Als we over het  stuwdammetje lopen dendert het water niet de diepte in maar glijdt breeduit over een schuinstaande wand naar beneden. Zwaluwen scheren over het wateroppervlak en hebben een feestmaal. We zijn halverwege de wandeling als door het gebladerte een zoemend geluid aanzwelt. Van oever tot oever - toch gauw 500 meter - is een kabelbaan gespannen en durfallen zweven over de stalen draad naar de overkant. Wij lopen en zijn na anderhalf uur het meer rond.
Met de Ford rijden we naar Anna Ruby Falls, een andere bezienswaardigheid in het park. Van het parkeerterrein is het nog een pittige mars omhoog. Maar het is de moeite meer dan waard.

                            
                                            Anna Ruby Falls

In Cleveland doen we boodschappen, weer bij een Ingles. Voor de lunch koopt B. een BLT en ik een roast beef sandwich. Terug op de camping gaat B. zwemmen en ik lees HhhH uit. Wat een geweldig boek zeg, dat ik dat zo lang heb genegeerd is een schande.
‘s Avonds een biertje, hammetje, slaatje, vuurtje, wijntje en een slaapje.

Vrijdag 2 juni

                                         Slotscène

Eerst naar Dahlonega, het is het laatste op het lijstje dat we ooit maakten. Hier werd ooit goud gevonden en de gebouwen uit de rijke tijd staan er nog. We zien dat de USA wel degelijk historie heeft, en stoepen!      
                     
                                   Het historische ‘courthouse’ is nu het Gold Museum            

Door die stoepen en de houten huizen heeft het meteen iets kneuterigs en on-Amerikaans.
Het is maar een klein eindje rijden naar onze laatste KOA, die in Cartersville. Daarom nemen we de allerkleinste wegen die we kunnen vinden. Aan een laatste voornemen van B. ( pizza eten ) wordt voldaan op een afzichtelijke plek, een mega-benzinestation. Daar is een foodplaza met eromheen alle bekende voedselmultinationals. Ook een Pizza-Hut en voor mij een Taco Bell, het voer is echt afschuwelijk. In mijn Power Bowl zitten zwarte bonen met een melige bruine saus erover.
Als we de camping bereiken blakert die in de felle middagzon dus gaan we eerst zwemmen. Want we moeten morgen de camper inleveren en die moet schoon. Het schoonmaken zet de verhoudingen op scherp…….op ontvlambare scherpte. Ik vind het nou eenmaal belachelijk dat je $150/dag betaalt en dan het fokking zand uit dat ding moet schrapen. Maar B. is in alles consciëntieus en dus ook hier in. Als de klus geklaard is drinken we de blikjes Lite - it’s Miller time! - op.
                                                                                                                             
                                       At last, it’s Miller time
B. maakt heerlijke sandwiches en de avond valt over Georgia. Het is onze laatste zonsondergang in Amerika en daarom drinken we ook de laatste wijn op.
                               
                                                                  Melancholie ligt op de loer


Zaterdag 3 juni

                              Partir’c’est mourir un peu


08.00 Opstaan, koffie

08.15 Wassen, aankleden, dumpen en propaantank vullen ( $3,79 )

08.30 Laatste ontbijt bij Waffle’s, thanks Kim, 60+,ugly but an angel

11.00 Aankomst Cruise America, niks gebeurd, geen schade.

11.30 Overdracht camper, alles in orde, 618 mi teveel, 1000km

                                       
                                  ‘Our house was a very very very fine house
                                                                       with squirrels in the yard
                                                                        life used to be so hard’

13.30 Über gebeld, Tyquerya komt, het is haar 2e dag.

15.30 Het is een uur naar het vliegveld maar waar is de ingang?

16.00 Ingecheckt, wachten, eten, drinken, hangen, wachten.

20.30 Vertrek, ik zie Anthropoid, film naar boek HhhH.

02.00/08.00 Bridges over Madison County, verliefd op Meryl

10.30 Schiphol, NS, Hilversum, NH
                         
                                           The couple