Lage Vuursche, een royale versnapering.
Tot twee jaar geleden was ik nauwelijks tot niet geïnteresseerd in weersvoorspellingen. Vóór de weermannen met hun geleuter begonnen was ik al weggezapt. Ik nam het weer zoals het kwam en dacht net als Ernie van Sesamstraat; ‘het wordt altijd weer weer’. Door mijn fietshobby is dat veranderd. Tegenwoordig kijk ik of er op mijn vrije dagen slagregens en/of windhozen voorspeld worden. Zo niet, dan lonkt mijn fiets naar mij zoals ik naar hem.....euh.....haar lonk.
Maar het zijn de sombere dagen tussen Kerst en Oud en Nieuw dus veel kans krijg ik niet. Als er zonnestralen door de cumuli fracti glippen spring ik subiet op mijn fiets. Een klein stukje vandaag, de wolken blijven aanwezig en dreigend. Over de hei en door het Maartendijksche Bosch naar Lage Vuursche. Van kind af aan een geliefd doel voor een uitje, ‘t is een echt pannenkoekenrestaurant-paradijs. Vooral op mooie zondagen wemelt het hier van families, geschaard rond de tafels. De borden vol met de ronde lekkernij als wagenwielen zo groot. En erboven, -onder en -tussen talloze wespen die het op de mierzoete stroop hebben voorzien. Maar op deze winterdag staat er niet één tafel buiten en zijn er zeker geen wespen. Trappend over de Vuurse Steeg zie ik haardvuren achter de ruiten van de restaurants oplaaien. De bekendste herberg in de straat is ‘de Vuursche Boer’. Op de gevel staat een vélocipède. Een aandenken aan Gerrie Knetemann, eigenaar tot zijn overlijden. De Kneet, de sentimentele oud-wielrenner, die zijn tranen zo graag plengde op Mart Smeets’ schouders. Zijn naam leeft nog voort bij nieuwsredacties als een ‘knetemannetje’. Dat is als je sterft op een dag dat er zulk groot ander nieuws is dat het bericht over jouw overlijden ondersneeuwt. Gerrie overleed op 2 november 2004, de dag dat Theo van Gogh werd vermoord. Of het verschijnsel in de USA een ‘little fawcett’ wordt genoemd weet ik niet. Farrah Fawcett, die geföhnde, blonde stoot van Charlie’s Angels stierf op dezelfde dag als Michael Jackson.
Behalve een overdonderende hoeveelheid horeca is er natuurlijk ook Kasteel Drakensteyn. Hier was, naar eigen zeggen, onze Beatrix zo gelukkig met Claus en de kinderen. In voorbereiding op het zwaarste ambt genoot zij hier van een relatief onbezorgd en normaal gezinsleven. Het gebouw ken ik alleen van foto’s. Het is privébezit van mevr. B. van Lippe-Biesterfeld, met de nadruk op privé. Het zicht op haar have en goed wordt afgeschermd door bomen, hoge hekken en bewapende soldaten van de Koninklijke Marechaussee. In een wijde boog fiets ik een rondje om de hekken. Van de foto’s weet ik dat het acht-hoekige gebouw op een gecreëerd eilandje ligt. Maar nergens krijg ik een kans op een glimp van de burcht. Na haar troonsafstand kan Beatrix onbespied mijmeren over haar bewogen verleden.
Zal ze dan op zondagen naar de nabije kerk gaan? De Stulpkerk ligt op 2 minuten lopen van haar voordeur en is Nederlands Hervormd. Het is een klein dorpskerkje met dito begraafplaats. Er liggen twee mannen voor eeuwig te rusten met de voornaam Stoffel. Ik dacht altijd dat de naam van de schildpad uit De Fabeltjeskrant verzonnen was. Afgeleid van het fantasie-werkwoord stoffelen: zich zeer moeizaam voortbewegen. Maar het blijkt gewoon een vergeten Nederlandse voornaam te zijn.
Het wordt al snel donker deze middag. Over het knerpende fietspad fiets ik door het bos naar de provinciale weg. De automobilisten wordt gemaand hun lichten te ontsteken. Het was maar een kort ritje vandaag. Maar de in een jaar opgestapelde muizenissen verlaten mijn kop. Door de winterse en bevrijdende wind kan ik 2013 fris beginnen.
Thomas van der Steen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten