Bewust gelukkig ( 2 en rond )
Niet voor niks gaf ik vorige keer zo op over Hilversum en haar omliggende natuur. Daarom maak ik het rondje dat ik afbrak wel even af. Daar waar ik huiswaarts keerde pak ik de route weer op. De hei vlakbij mijn oude straat bezochten wij vaak om stiekeme dingen te doen zoals het niet ongevaarlijke fikkie stoken. Maar ook om op lome zondagmiddagen verliefde stelletjes begluren. Oók zij zochten hun heil op de hei voor hun verboden spelletjes.
Dit stuk natuurgebied ligt als een driehoek tussen Laren, Hilversum en Bussum. Ik fiets langs de duidelijk zichtbare grafheuvels van 4000 jaar oud. Ok, het zijn geen piramides maar wel hun tijdgenoten. Ik volg verder het Voetstappenpad dat nu naar Bussum slingert. Het pad is uit 1938 en inmiddels ligt de route soms wel erg dichtbij de bebouwde kom. Het Mediapark bijvoorbeeld, enorm gegroeid de afgelopen decennia. Aalsmeer heeft het geprobeerd maar is niet dé mediastad van Nederland geworden.
Tijdens onze reizen in mijn jeugd door heel Europa zocht ik in de vakantiehuisjes gretig naar een radio. Om met trots te constateren dat op de zenderschaal tussen Beograd, Lisboa, Vaticana en Beromünster, Hilversum gelukkig weer niet ontbrak. Aan de rand van het Mediapark staat het statige gebouw van de Wereldomroep. Een instituut waar mijn vader zo’n slordige 30 jaar heeft gewerkt en dat nu door rancuneuze politici is wegbezuinigd.
Hier ligt verderop een natuurbrug die zorgt voor de uitwisseling van natuur en wild tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Vlak voor de oplevering fietste ik er met een vriend onderdoor na een liederlijk avondje in de voetbalkantine. Hij verbaasde zich over de immense betonnen pijlers die de brug stutten. “Thomas, wat voor wild moet hier in godsnaam overheen......olifanten?”
Via de wildbrug kom je in een stukje aangelegde natuur, moerassig, wilde planten, heel veel libellen en zwaluwen. Over het moeras kronkelt een houten vlonderpad. Op een zondag ging ik er eens wandelen met de kinderen. De zwaluwen vlogen letterlijk tussen onze benen door, meesterlijk.
Nu duik ik het Spanderswoud in, een begrip in het Gooi. Het pad loopt langs de Componistenbuurt, de ‘Goudkust’ van Hilversum. In 2002 zag ik hier Herman Heinsbroek in zijn achtertuin lummelen, we knikten elkaar toe. Een paar maanden later was hij Minister van Economische Zaken. Waarschijnlijk was hij even verbaasd als ik bij zijn benoeming. En het hele geintje was ook voorbij voordat hij een eigen dienstauto had uitgezocht.
Het Spanderswoud gaat naadloos over in het Corversbos. Rechts van het pad liggen akkers met daaraan grenzend de ‘s Gravelandse Buitenplaatsen. Die zijn werkelijk idyllisch en de buitenhuizen, parken en tuinen benaderen hun Engelse voorbeelden. Bedenk als je hier fietst of loopt aan admiraal Tromp die over ditzelfde pad reed om te kijken of zijn schepen al voor Pampus lagen.
De zandweg komt uit bij een druk verkeerspunt. In de verte zie ik de rode gloed van de benzinepomp waar ik al 34 jaar werk, een eeuwigheid. In navolging van Lodewijk 14e zeg ik weleens gekscherend; la pompe, c’est moi. Wat je bij een benzinestation veel doet, behalve brandstof afrekenen, is de weg wijzen. Vooral begin jaren 80 moest ik vaak Japanse en Amerikaanse architectuurstudenten de goede richting naar Dudoks Raadhuis wijzen. Blijkbaar was in die tijd architect Willem Dudok een internationale hit. Terecht, vooral bij zonnig en wolkenloos weer steekt het okergele gebouw prachtig af tegen de staalblauwe lucht.
Als ik de route van het Voetstappenpad had mogen bepalen was ik hier afgeweken van die uit 1938. Er ligt inmiddels een industrieterrein, rijen flats en een nieuwbouwwijk. Niet aanlokkelijk voor een wandeling of fietstocht. Ik schreef nieuwbouwwijk maar Kerkelanden ligt er al sinds 1967. Ik kan het weten, wij waren een van de eerste bewoners. De wijk is letterlijk om ons heen verrezen. Zo’n niks-aan-de-hand buurt waarvan er honderden zijn in Nederland. Voor mij was er echter alles-aan-de-hand, de puberjaren woekerden. Alle serieuze premières des levens heb ik hier beleefd. Mijn eerste pick-up, biertje, dansje, shaggie, rotje en vriendinnetje, allemaal in Kerkelanden. Ook in de Lutherhof ben ik gelukkig geweest, soms bewust maar voornamelijk domweg.
Maar een recreërende wandelaar of fietser heeft hier weinig tot niets te zoeken. Ik zou dit stuk zeker overslaan, louter stenen, vierkante tuinen en een ongezellig winkelcentrum.
Het pad verlaat Kerkelanden en zoekt zijn weg richting Loosdrecht. Je kan nog een omweg maken via het oude sanatorium Zonnestraal. Het is onlangs gerestaureerd en oogt mooier dan ooit.
Aan de rechterkant weer de Hoorneboegse Heide en links de Zeeheldenbuurt. Ik ben bijna terug waar ik de vorige keer het rondje Hilversum ben begonnen. Mij rest nog een kort bezoek aan Begraafplaats Zuiderhof. Het gebouw voor het kerkhof is ook van Dudok. Ruimtelijk, hoge pilaren en vierkante witte vlakken, onmiskenbaar ontworpen door onze stadsbouwmeester. Meestal hebben deze plekken een treurig uiterlijk maar de Zuiderhof heeft een optimistische uitstraling. Ik ga langs bij het graf van Boyd, een stapvriend. Hij heeft zijn dertigste verjaardag niet mogen vieren.
Teruglopend naar mijn fiets denk ik aan mijn straatvriend Fons uit de Vingboonsstraat. En aan mijn laatste vriend, Joan. Met de eerste speelde ik met Dinky Toys. Met de laatste besprak ik alle zorgen van het leven, die voor onze kinderen in het bijzonder. Beide vrienden bezweken aan de ziekte die zo woest en onbarmhartig huishoudt onder mijn generatie.
Peinsend kijk ik over de paarsbloeiende heide die onstuimig golft door de wind. De fikse bries zorgt ook even voor een zorgeloos gemoed. Even later fiets ik op de Neuweg, waar ik nu woon. Ik was weer een moment bewust gelukkig.
Thomas van der Steen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten