zaterdag 10 juni 2017

The couple went down to Georgia ( 2 )


Vrijdag 19 mei

                             Vicksburg, cradle of the Civil War
                            

Ze zeggen altijd dat de favoriete tijdsbesteding ( National Pastime ) van Amerikanen honkbal is maar dat is gelul. Veel liever maaien ze gras, altijd en overal. Zo ook de 90-jarige en tandeloze opa deze ochtend. Vaardig manoeuvreert hij zijn gemotoriseerde grasmaaier over de gazonnen van de camping.
Omdat de Mississippi-kant gister zo eentonig was rijden we vandaag in Arkansas langs de rivier. Maar daar is ‘t net zo saai. Het is maar goed dat ik geniet van de machtige Macks, Kenworths, Freightliners en Peterbilts. Voor de leek: dat zijn vrachtwagens maar dan Amerikaanse. Met pronte neuzen, enorme lengte en verchroomd daar waar het maar kan.
We kijken met afschuw naar de dode armadillo’s ( gordeldieren ), wasberen, coyotes en herten in de berm. Gieren steken hun kop diep in de kadavers. We zien zelfs een schildpad aan de kant van de weg die wil oversteken, good luck buddy.

                      

We rijden alweer Louisiana binnen en steken bij Tallulah de rivier over. In Vicksburg is een slagvelden-route van 16 mijl. Ik moet en zal de USS Cairo zien. Dat is de enige ‘ironclad’ die nog over is. Ironclads waren gepantserde raderboten die strijd voerden op de Mississippi. Het rondje langs de route is Amerikaans overdreven. Plaquettes, ornamenten, obelisken, pilaren en standbeelden, het houdt niet op. Halverwege ligt de boot die ik zo graag wil zien.
                            
                                                 USS Cairo                                                                            
Het is een wonder dat na deze uitvinding, een gepantserde boot, het 50 jaar heeft geduurd tot ze op het idee van een gepantserd voertuig, de tank, kwamen.
Na de tour rijden we door historisch Vicksburg, mooie historische huizen. Hierna naar Natchez, daar ligt onze camping. In Port Gibson steekt het witte Courthouse mooi af tegen de blauwe lucht.
                
                                                                        Courthouse Port Gibson

Riverside RV park ligt daar waar de naam naar verwijst. Het is héét, al onze poriën staan open. Daarom springen we - duiken is verboden in USA, het is een raadsel hoe Greg Louganis aan die Olympische gouden medailles voor schoonspringen is gekomen - snel in het zwembad. We eten worstjes, een maiskolf, sla en aardappelsalade. De nacht valt en het uitzicht op de brug over de rivier is miraculeus. Enorme duwboten ploegen door het water met ontzaglijk lange aken voor zich.
              
                                                 Mississippi by night  

Zaterdag, 20 mei
                            
                               Oak alley plantation
                

‘Whenever I hear anyone arguing for slavery, I feel a strong impulse to see it tried on him personally’
Abraham Lincoln
                                
‘s Ochtends blijken de uiterwaarden overstroomd, waar we gisteravond liepen zwemmen nu vissen. Eerst naar Natchez Historical Town, Amerika heeft echt wel geschiedenis. Ook een discutabele, dat zien we in Vacherie waar zo’n plantagehuis staat. In het vliegtuig op de heenweg had ik ter voorbereiding Gone with the Wind willen zien. De film was beschikbaar maar na 4 minuten kon ik niet meer, kolere, wat een ellende! Het is geen film maar toneel en als ik dat wil zien ga ik wel naar het theater.
De slaafverblijven vallen nog mee totdat we bij de ziekenboeg komen. Daar wordt benadrukt dat slavernij een systeem is en wat dat inhoudt. Om het huis te bezoeken moeten we vanzelfsprekend wachten op de gids. Historie is weerspannig want Sawyer, een enorme zwarte jongeman gekleed in 19e-eeuws kostuum, is de gids van dienst. Hij doet het trouwens op onnavolgbare wijze, iedereen hangt aan zijn lippen. Op het balkon kijken we naar de eikenlaan waar het huis zijn naam aan dankt. Schitterend uitzicht met aan ‘t eind de dijk van de rivier. De levee die we kennen van: I drove my Chevy to the levee, American Pie van Don McClean.
Als we even later langs die oeverwal ( met onze Ford ) rijden zien we onze eerste alligator, een kleintje maar toch.
                                                                                  Alligatorpup

De route naar New Orleans is zoals we die kennen van TV: veel groen, veel water, fly-overs en bruggen. De camping is een parkeerplaats met een schutting eromheen, het regent en zitten daarom in de camper, so far the Big Easy for us.

Zondag 21 mei

                                  Alligators and beers
 
                 
                                                                Cathédrale St Louis, Roi-de-France

Het is regenachtig en niet eens warm. We hebben geboekt bij Airboat Adventures voor een trip door de bayous. Als we na drie kwartier rijden arriveren staan er 100 man op de steiger te wachten. Wij mogen in boot 17 samen met 22 anderen. Omdat ik gek ben op sommen hoofdreken ik gauw uit dat de organisatie met dit tripje van anderhalf uur $1320,- binnenharkt. Voor iedereen hangen bescherm-koptelefoons klaar die we kennen uit de bouw. Als Mike de moerasboot start en de manshoge propellor stationair laat draaien is ie niet nodig maar als het gas vol open gaat doe ik ‘m zelfs op.   
                        
                                       De airboat heet bij ons moerasboot

Als we een echte bayou invaren lokt Mike de alligators met marshmallows naar de boot. Grote, kleintjes en door de marshmallows krijgen ze iets onschuldigs. De kapitein sleept, om stoer te doen, er zelfs nog eentje aan boord maar ik zie niks want er staan 23 mensen voor. We varen nog verder door het moeras en het overweldigende groen met het hangende Spaanse mos maakt indruk.


                         
                                            A biggie enjoying his marshmallow
                         

                     
Even uitblazen bij de camper en met de KOA-shuttle naar de stad. En alles is daar weer net iets gekker dan we ons van tevoren hadden voorgesteld. Bier uit plastic op straat, gays in vrouwenkleren, dronken lesbo’s, tapdansende proppers, gezang van de balkonnetjes, uitbundigheid die de normale Amerikaanse geestdrift overstijgt. Een organist speelt op het dak van steamboat Natchez kinderliedjes op de stoomfluit. We drinken er nog een en eten in Bourbon House. Het restaurant ademt klasse en allure. Ontzettend knappe obers, zwart, jong en gay, ze dragen intelligente brillen. We krijgen eerst Lorraine aan tafel voor de drank en daarna Nicole voor het eten. B. neemt garnalen en crawfish met fried green tomatoes, ik crabfingers en de kleinste Caesar salad van de wereld.
Op Bourbon Street dompelen we ons weer onder in het feestgedruis. Bandjes, bier en dansen. In een rock-bar zet de band In the Air Tonight van Phil Collins in. Ik zoek de drummer achter zijn drumstel want die moet straks de bekendste drum-riff ooit spelen. Maar hij is er niet! Ik kijk nog verder en ja hoor, hij staat buiten ontspannen te paffen en te ouwehoeren. Op de seconde duikt ie op achter zijn kit natuurlijk, meesterlijk. We worden nog voor $20,- getild door een twerkende slet die ons glow-in-the-dark shots opdringt.
De slechthorende, blanke Dave übert ons naar huis.

Maandag 22 mei

                                  
                                          Golf van Mexico

                       
                                                   Mijn voeten proeven de Golf van Mexico, of is ‘t andersom?


Voor het eerst eten we bij een echte diner. De grauwe eigenaresse heeft geen tanden maar Kristen bulkt van gezondheid en enthousiasme. Ik neem omelet met ‘spicy’ worstjes en groene jalapeños, B. pancakes. Die vallen zo groot uit dat er één in een doggybag mee gaat.
We verlaten NOLA ( New Orleans Louisiana ) via de Lake Pontchartrain Causeway, een brug van 38 km. Ik verheug me altijd enorm op dit soort bouwwerken - de een na langste zeebrug van de wereld - maar na een kilometer heb je ‘t wel gezien. De weg aan de overkant is net zo eentonig. Maar dan, daar is ie, die Golf. De zon schijnt niet maar we zijn alleen op het weidse strand met fijn, wit zand en dat is al een onvergetelijke ervaring. Langs de kust rijden we door Biloxi, blijkbaar een oord om te gokken. Voor Hard Rock Casino staat een airguitar te wachten voor zijn ‘countdown for liftoff’.
                                   
                                                                      five, four, three, two, one, lift off

Op de parkeerplaats van de jachthaven eten we zelfgemaakte chicken-sandwiches en de pancake van vanochtend als toe. Het weer wordt somberder en Indian Resort RV maakt het er niet beter op. We wandelen langs de oever van de bayou waar het bordje ‘don’t feed the alligators’ niet voor ons is want we hebben geen marshmallows.
Via twitter hoor ik van de Ariane Grande-aanslag. Als we gaan slapen horen we enorme druppels stukslaan op het dak van de camper, de hemelsluizen gaan wagenwijd open. Om 2.46 tettert B.’s mobiel me wakker: tornado-warning! Ik negeer ‘t maar een kwartier later gaat ie weer. B. wordt wakker en is bang, heel bang. Met moeite kan ik haar een beetje geruststellen, een klein beetje. En het blijft maar regenen, heel hard regenen.

Dinsdag 23 mei

                                       ‘Where the skies are so blue
                                        Lord, I’m coming home to you’
                                                Lynyrd Skynyrd
                                                       
                                                                                                
  
Weg van die kolere camping maar onderweg naar Mobile blijft het maar storten. Ik moet zelfs stoppen zo erg is ‘t. We hebben gekozen voor binnenwegen en niet voor de Interstate. Dat betekent stoplichten op de kruisingen en dat is een verhaal apart. Het tempo in de Verenigde Staten ligt veel lager dan in Europa. Bediening in winkels en restaurants, de loopjes van mensen, het eindeloze gelul met elkaar over auntie Morgan en cousin Gabriel, hun computergebruik en het op groen springen van de stoplichten dus. Om nog maar te zwijgen als je een kruispunt tegenkomt zónder stoplichten. Dan staan er 4 stopborden met eronder ‘all way’. Dat betekent dat iedereen op volgorde van aankomst weer mag doorrijden. Dat duurt lang, niet normaal. Maar alles gaat in een rust en gemoedelijkheid die ons vreemd voorkomt.
Als we Gulf Shores Park bereiken breekt de zon door en lunchen we bij Longhorn, een keten van biefstuk-restaurants. In de rij voor de maitre d’ wordt B. nog weggezet door een Amerikaan met vet Duits accent als ‘the good-looking Viking-girl’. Ik bestel een ribeye en B. gaat voor de Flat Iron Steak. Daniel, onze ober, slank en good-looking, bedient ons op sublieme wijze.
Boodschappen doen we bij Target, een soort V&D met levensmiddelen. Er is geen muziek en de akoestiek is van het gedempte soort. Het personeel draagt nondescripte outfits en lijkt zich te verschuilen achter hun koopwaar. Het resulteert in een sfeer die je eerder in een mortuarium zou verwachten dan in een warenhuis. Als Nathan, de 17-jarige zwarte en chubby kassier, mijn ID vraagt omdat we een fles wijn willen kopen weigert de kassa fiat te geven. Mijn rijbewijs wordt niet herkend. Nathan moet er een manager bij halen anders gaat het feest niet door. O ja, die protocollen hier, die worden opgevolgd naar de letter en dat duurt en duurt maar. Wij hebben ook geen zipcode - onze 1214GN geeft geen soelaas - en daar kunnen ze ook al niet mee omgaan. Met open mond staan ze versteend naar hun scherm te kijken, wanhopig wachtend op een deus ex machina die natuurlijk nooit komt. Improviserend om een regel heen slalommen is Amerikanen vreemd.

De camping is ruim, onze plek is aan het water en het zwembad groot. De naam van ons laantje is Rabbit Trail, nou ja, beter dan Rattlesnake Ridge.
                              
                                    Rabbit at Rabbit Trail
Als de avond valt gaan we weer sterren tellen en wijn drinken.

Woensdag 24 mei

                                     Beach Cruising
                             
                    ‘Je mist meer dan je meemaakt’
                                       Martin Bril

Vandaag gaan we fietsen. Als ik de fietsen haal blijken het zogenaamde beach cruisers: brede, dikke banden en de zit meer naar achter dan we gewend zijn. Eerst maken we een klein rondje over de camping, naar de zee en via de highway 182, Perdido Beach Boulevard, weer terug. De bikes zitten comfortabel en lopen lekker. Terug bij de camper lunchen en daarna op pad voor een groot rondje. Het State Park blijkt zo groot als de Veluwe. We waren getipt over de vlinder- en rotstuin. De 3 rotsjes zijn voor ons, gewend aan de keien in Gooi- en Eemland, een lachertje. De vlindertuin staat wel vol met vlinderstruiken, vlinders ho maar. De houten paden die iets verhoogd over de drassige grond lopen zijn ‘t mooist. Geen mens te bekennen en totaal omringd door de natuur. Boven ons hoofd cirkelen wouwen, buizerds, haviken en arenden op zoek naar een eekhoorn. We worden gewaarschuwd voor ratelslangen en dat is weer eens iets anders dan teken, maar die zijn er ook.
Als ik de weg kwijt ben speur ik de horizon af op zoek naar de watertoren van de camping, onze blauwe boei.
                                     
                                             ‘Onze’ watertoren

Het is als we onder het bladerdek van de bomen komen zo heet, we zitten op dezelfde breedtegraad als Mekka, dat we niet kunnen wachten om het zwembad in te dui….. eh, springen. We besluiten om hier nog een nacht te blijven, het kan, we moeten alleen verhuizen.
Omdat we kaartjes hebben gekregen voor de pier fietsen we daar, we zijn afgekoeld, ook nog heen. Als het geld kost moet er iets zijn. Parallel aan de boulevard loopt een fietspad door de duinen. Bij het kruispunt waar we moeten oversteken is net een forse aanrijding geweest. Een personenauto is midscheeps geraakt door pickup truck met zo’n robuuste bullbar. De bestuurder van de aangereden auto kan er niet uit en ik zie consternatie neerdalen op het kruispunt. Terwijl er meerdere mensen 911 bellen hoor ik de eerste sirene al in de verte. Na de eerste schrik neemt een aantal mannen het voortouw. Eentje gaat op de achterbank zitten en stabiliseert met zijn handen de nek van het slachtoffer. Drie anderen trekken met geweld de deur van de bestuurder van de auto af. Nu zien we dat hij met zijn benen bekneld zit onder het dashboard. Twee auto’s met sheriff op de deuren arriveren samen met de eerste ambulance. Alle hulp gearriveerd, we besluiten over te steken, glas en metaal knarst onder onze slippers.
De pier blijkt er een voor vissers te zijn, er zijn er tientallen. En ze hebben aan de lopende band beet. Ook voor de kinderen van de vissers is ‘t om de haverklap raak. Ze hopen allemaal op een haai maar het zijn de meer onschuldige vissen als meervallen en makreel. Op de reling staan reigers en pelikanen geduldig te wachten tot ze wat toegeworpen krijgen.
                                      
                                            Lazy bastards waiting for a fish
Als we na een uurtje uitgekeken zijn en terugfietsen komt net een traumaheli aanvliegen. Op het kruispunt staan nu 4 politieauto’s, 3 ambulances, 2 brandweerauto’s, een truck om het wrak af te voeren en de helikopter dus. Het kruispunt is een inferno aan zwaailichten geworden. Als de heli opstijgt steken wij over en stappen op de fiets.
In wat wij een vijver zouden noemen glinsteren de ogen van een alligator in de avondzon, hé, horen die beesten niet achter hekken in een dierentuin?

Donderdag 25 mei

                                  Benidorm in the USA

                              

Door de fietstocht ben ik ongenadig verbrand. Toch naar het strand, ik in mijn zelf gecreëerde niqab. Het zand is wit en zo fijn als eh, eh, zand maar kan zijn. We hopen dat door ons onstuimige geplons de haaien uit de buurt blijven.
We lunchen bij Gulf Shores Steamer en worden bediend door Brian. B. eet eindelijk blackened catch of the day en ik een tonijnsandwich. Brian bewierookt de wasabimayo die ik erbij zal krijgen en hij heeft gelijk. Dat ik er een zakje Lay’s chips bij krijg - die gaf ik mijn kids altijd na hun zwemles - is weer zo Amerikaans. We kopen verderop bij Lartigue Seafood, een hele gekke viswinkel gerund door hele gekke mannen, boiled crawfish, de plaatselijke rivierkreeftjes, voor de avonddis.

De wifi op de camping is het sterkst bij de shop en ik loop erheen om de Volkskrant te downloaden. ‘O, kijk even op de steiger daar’, roept B. me na. Daar ligt er weer een, 5 meter van een kleuter met zijn oma verwijderd, een met open bek zonnebadende alligator. Ach, ‘t went zullen we maar zeggen.
‘s Avonds lees ik verder in HhhH, ik heb er eindelijk tijd voor.

                      
                                                                            De camping-alligator












   


                                                                                                                                             





Geen opmerkingen:

Een reactie posten