woensdag 27 augustus 2014

Van een koud Willemstad naar seculier Vaticaanstad

  


1118BS Willemstad




    Van een koud Willemstad naar seculier Vaticaanstad



De titel belooft een wereldreis maar schijn bedriegt. Het is half augustus en ik fiets van het Brabantse Willemstad naar Oudenbosch. De temperatuur komt nauwelijks boven de 16 graden en ik rijd op een voor mij nieuwe fiets. Het is een erfstuk en heeft zich in positie en karakter gevormd naar de overledene. Op pad - gewapend met tangen, schroevendraaiers en inbussleutels - zal ik proberen de oude geest te verdrijven. Aan het eind van de tocht, in de basiliek van de Heiligen Agatha en Barbara, moge de Batavus Davos geheel de mijne worden.


In Numansdorp wil ik met het veer over het Hollands Diep naar de overkant. Daar ligt het vestingstadje Willemstad. Maar de boot is vol en de volgende gaat twee uur later. Verderop ligt de machtige Haringvlietbrug. Mijn eerste kilometers zijn zwaar. In niets doet de nieuwe fiets mij denken aan mijn ouwe getrouwe. Ik besluit niet steeds af te stappen voor elke aanpassing maar na een traject in één keer alles goed te zetten. En die Haringvlietbrug is wat je noemt een traject. Maar de Hollandse luchten links en rechts vergoeden veel. Grillige wolkenpartijen, van wit, via grijs naar diepzwart.


Ik rijd Willemstad binnen bij de haven. Vanwege het herfstweer zitten alle bootjesmensen op de overdekte terrassen aan de Benedenkade. Tijdens een rondje door het stadje kom ik langs alle historische gebouwen. Vooral het Mauritshuis maakt indruk. Het buitenverblijf en jachtslot van Maurits van Oranje toont met zijn pas geverfde rode luiken als bij oplevering in 1623. Ook de Koepelkerk werd betaald door voornoemde stadhouder en die bepaalde dan ook de achthoekige vorm.
Over de vestingwerken fiets ik het hele stadje rond en terug in de haven pak ik mijn gereedschap. Het stuur gaat lager, net als het zadel.


Het volgende traject leidt naar Fijnaart. De saaie polders rijgen zich aaneen. Links wordt de eentonige horizon bruut verstoord door het industriële complex Moerdijk. In Fijnaart zelf onderdruk ik de neiging om bij Frans Bauer en zijn Maris op de koffie te gaan. Naar zijn zeggen is die altijd bruin en de deur los.
Wel kantel ik met een inbus mijn stuur. De krampachtige houding van mijn polsen bezorgt me spierpijn. Over de Kadedijk dring ik dieper en dieper Brabant in.


Als ik de Dintel oversteek zie ik aan de rook die de schoorstenen van de suikerfabriek uitbraken dat ik wind mee heb. Het fietsen gaat me steeds makkelijker af. In de achtste - en hoogste - versnelling vlieg ik op Oudenbosch af. Van verre zie ik de koepel van de basiliek. Het is een kopie van de Sint-Pieter in Rome en haar aanblik ontlokt me een glimlach. In de hoop op een gezegende fiets parkeer ik ‘m tegen een zijbeuk. Binnengekomen word ik overweldigd door een overdosis pracht en praal. De kruisweg van Jezus, een kopie van de Pietà van Michelangelo, enorme pilaren en dan nog de beschilderde koepel. Hijgend bestijg ik de trap die naar de 50 meter hoge nok leidt. Van bovenaf heb ik goed zicht op de overdaad aan gouden tierelantijnen. Weer beneden brand ik - als altijd - een kaarsje, de begeleidende wens spreekt voor zich.


Als ik mijn fiets pak blijkt de Heilige Geest verzuimd te hebben mijn zadel perfect af te stellen. Ach, ik doe ‘t zelf wel weer.


Thomas van der Steen




Geen opmerkingen:

Een reactie posten