Want dan word je lekker nat….
Zo wars als ik ben van zonnebrillen zo ben ik dat zeker van paraplu’s. De natuur heeft ons wimpers gegeven om zonlicht te filteren en als het regent dan word je lekker nat. Dat laatste, die strofe uit Shaffy’s smeekbede aan Sammy om toch vooral te genieten van alles wat het leven biedt, raakte me al als 10-jarige.
De strijd tegen hemelwater lijkt vooral door vrouwen te worden gevoerd. Laatst toonde een vrouwelijke collega mij een app op haar mobiel die grafisch in een tijdlijn - in minuten! - weergeeft wanneer het regent. Inmiddels weet ik wat de angst is: hun haar mag niet nat worden. Daarom zie je ook zelden vrouwen onbekommerd in zee of zwembad duiken.
Ik klim onbevreesd op mijn fiets voor een rondje Amersfoort. Ondanks waarschuwingen van het KNMI en een zwerk vol cumulonimbi.
Het zicht op de hemel is onbeperkt als ik door de polder ten oosten van Eemnes fiets. Op wat weidevogels na is het uitgestorven. Het is augustus en volop vakantie maar zo oogt het niet. In mijn eentje steek ik een brede sloot over met de zelfbedieningsveerpont. Nu ligt de weg naar Amersfoort open. Als ik de Eem stroomopwaarts volg kom ik er vanzelf. Bij Eembrugge kronkelt het riviertje nogal. Als een zwaarbeladen binnenvaartschip de meander nadert, klim ik op de dijk. Ik zie hoe de kapitein het scheepsroer behendig door haar - het is een vrouw - vingers laat glijden. Feilloos volgt de kolos de bocht in de rivier.
Het fietspad buigt van de Eem af. Door het lover zie ik een witgepleisterd kerkje. Het blijkt de Kapel van Coelhorst, door zijn eenvoud een juweel. Ervoor ligt een kerkhof. De adellijke namen Beelaerts van Blokland en Tuijll van Serooskerken vallen op.
Via de stadspoort fiets ik Amersfoort binnen. Over de Langegracht kom ik bij het Mondriaanhuis, het geboortehuis van de abstracte schilder. Binnen is een kleine tentoonstelling over zijn werk en zijn leven. Zijn atelier in Parijs is precies nagebouwd en valt op door soberheid. Een bed, een kraan, een schildersezel, een pijp in de asbak en een raam. In deze kamer ontwikkelde hij zijn wereldberoemde stijl: simpel, uniek en tot op heden modern. In de zaal ernaast staat een reproductie van zijn Victory Boogie Woogie. Het onvoltooide werk werd in 1997 door de Nederlandse Staat gekocht voor 82 miljoen gulden. De aankoop veroorzaakte een politieke rel - kunst wordt al snel te duur gevonden - maar toenmalig staatssecretaris Rick van der Ploeg verzachtte de pijn door het ‘de Nachtwacht van de 20e eeuw’ te noemen.
Tijdens mijn museumbezoek kletst de regen tegen de ramen. Ik heb niks anders bij me dan wat ik draag. Een T-shirt, spijkerbroek en gympies. Als ik buiten sta is de straat nat maar de lucht droog. Ik kan kiezen om met de trein terug naar huis te gaan. Ach, het zal wat, ik fiets wel.
Als ik de stad verlaat begint het te miezeren en geleidelijk aan te regenen, te plenzen, te hozen en op laatst rij ik door gordijnen van water. Ik draai snel het bos in. Daar is het aanzienlijk minder nat. Totdat het bladerdek verzadigd is en het sijpelen overgaat in storten. Natter dan kletsnat kun je niet worden dus ploeg ik voort. Als ik door Soest fiets stromen rivieren door de goten. Putdeksels dansen op het uit het riool gestuwde water. Onder de luifel van een benzinestation staat de pompbediende naar het geweld te kijken. “Hé mafkees, kom schuilen man dan krijg je een bakkie.” Als ik afstap en mijn schoenen de grond raken spuit het water er als een fontein uit.
Het wordt nooit meer droog vandaag en als de bui iets afneemt stap ik weer op. Dag Sammy, domme domme Sammy.
Thomas ‘Sammy’ van der Steen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten