donderdag 14 februari 2013

            Fletionis ad Laurio, nimis frigidum est.
                    ( tussen Vleuten en Woerden is het té koud )

Alles is relatief, met name snelheid en temperatuur. Einstein bedacht er een wet voor maar die hadden we helemaal niet nodig. Stop je handen maar onder de koude kraan na een lange, wantloze en winterse fietstocht. Het water zal aanvoelen als kokend.
Als je na WC-bezoek terugloopt naar je vliegtuigstoel lijkt ‘t of je 5 kilometer per uur loopt maar ‘t zijn er 1000.
Toen het op 8 januari jongstleden wel 8 graden was dacht ik; “dat is al gauw 20 graden warmer dan twee weken geleden, ik ga fietsen”. Hemeltjelief, dat heb ik geweten. Vol goede moed stapte ik op in Vleuten. Verkleumd tot op het bot stapte ik af in Woerden: ik had me voorshands warm gerekend.

Het plan was een tocht maken langs de 2000 jaar oude grens tussen beschaving en barbarij. Die ‘limes’  ( Latijn voor grens ) liep in Nederland van Nijmegen, langs de Rijn naar Katwijk. Dat de toenmalige Rijn tegenwoordig de Oude Rijn heet is alleszeggend. Langs die natuurlijke grens hadden de Romeinen legerplaatsen ( castella ) gebouwd. Ik was benieuwd of de resten van de klassieke bezetting van ons land nog zichtbaar waren in het landschap. Nou, ik zal kort zijn; ik zag helemaal niks. Diep weggedoken in mijn jas wapende ik me met alles wat ik in mij had tegen de kou. Het vroor dan niet maar het was in alle opzichten guur en ijzig. Je kan natuurlijk na 300 meter omdraaien en denken dat ‘t niks wordt vandaag. Maar ik zou mezelf toch warm fietsen! Na 6 kilometer was ‘t duidelijk dat dát niet ging gebeuren. Aan de horizon lag Woerden, dat zal ik toch wel halen?
Op karakter bereikte ik de stadsgrens. De bebouwde kom bood dekking tegen de snijdende westenwind. Ik had -letterlijk- de grens bereikt en zou in het gerieflijke voorjaar nog eens proberen.

De koffie en saucijzenbroodjes van de kiosk in het station maakten me weer mens. Ik liet me echter niet verleiden om weer op de fiets te springen. In plaats daarvan besloot ik een klein rondje te wandelen in het oude stadje. Vlakbij het station ligt het Kasteel van Woerden gebouwd in de 15e eeuw. In de gewelven - klinkt koud maar nu was alles aangenaam - trof ik een bijzondere expositie. Foto’s van Martin Kers; ervaren fotograaf met een bijzondere blik.
http://www.fotogalerieindegewelven.nl/

Ach, nu ik er toch was kon ik ook nog wel een begraafplaats bezoeken. Aan de voet van een monumentale watertoren ligt het katholieke kerkhof. Elke rustplaats onthult wel iets aparts. In Lage Vuursche trof ik de naam Stoffel. Nu liggen er twee Apollonia’s in één rijtje graven. Uit de jaren 80 ken ik Apollonia 6, met hun hit Nasty Girl. En in Hilversum is een gyros-tent die zo heet. Verder had ik er nog nooit van gehoord. Thuis heb ik de naam gecheckt in de voornamenbank van het Meertens-instituut. In de afgelopen 9 jaar zijn er 8 baby’s geboren die de naam Apollonia hebben gekregen. Dat is nog eens een aparte naam. Maar vijf lettergrepen, dat wordt Polly. Als je geluk hebt tenminste.

Terug naar Vleuten ga ik met de trein, fiets aan de hand. De heenreis was een helletocht. De terugreis hemels; op tijd, zoevend en.....warm.
Thomas van der Steen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten