Een macabere verrassing
Alweer 20 jaar geleden leerde ik in Kasterlee ( België ) het fietsknooppuntennetwerk kennen. Nederland kopieerde het systeem, perfectioneerde het en maakte het landsdekkend. Je volgt genummerde bordjes en bij knooppunten staat een overzichtskaartje. Jarenlang zoefde ik langs die bordjes door heel het land.
Ooit bij Woeste Hoeve ontbrak een bordje en raakte ik hopeloos verdwaald. In Wijk bij Duurstede had opgeschoten jeugd bordjes omgedraaid en verwisseld; ik kreeg argwaan toen ik voor de derde keer langs dezelfde molen kwam. Toen bij Woerden bordje 86 me langs een drukke provinciale weg stuurde terwijl er links een dromerig bospad lonkte wist ik het zeker: tijd voor zo’n GPS-apparaatje.
Na eindeloos wikken en wegen kies ik voor de Mio. De optie ‘surprise me’ geeft de doorslag. Je drukt op het paarse veld, kiest het aantal kilometers en er ontrolt zich een fietsroute.
Het hele weekend werd ik meewarig aangekeken, ‘zielig hoor dat je uitgerekend dit laatste mooie weekend moet werken.’ Maar mijn wraak is zoet, de maandag blijkt nog mooier en nu heb ík vrij. Terwijl alle sloebers in file of propvolle trein staan, klim ik op mijn fiets. Vandaag gebruik ik die surprise-optie, een rondje van 40 km.
Door bladeren gezeefd zonlicht dringt door tot de bodem van de bossen rond Lage Vuursche. De GPS leidt me langs verlaten golfbanen naar Baarn. Als ik het bos uitkom, stuit ik op een druk kruispunt. Voor het fietsstoplicht liggen drie bosjes bloemen, twee keer witte rozen en een boeket. Ik buig voorover om de kaartjes te lezen. Ze beginnen alledrie met ‘Lieve Anne’. O god ja, dit is het kruispunt waar de betreurde Anne Faber in de stromende regen haar laatste selfie maakte.
Bij groen steek ik over en duik meteen weer het bos in. Ik kom een groep kleuters tegen, ze hebben rode mutsjes op en hun knapzak hangt aan de stok die ze over hun schouder dragen. Op slag dwarrelt het getob over Anne van me af.
Van Baarn gaat het langs de onmetelijke tuinen van Paleis Soestdijk naar Soest. Ik hoef alleen maar de aanwijzingen van het apparaatje te volgen en kan verder genieten van weilanden, koeien, boerderijen, zandverstuivingen en bos. Opeens zie ik barakken en een in een ijzeren kooi gevangen basketbalveld. Ik kijk op bordjes en lees: Altrecht Aventurijn, Den Dolder, Distelvlinder en Roosenburg. De route die ik volg, is dezelfde die Anne reed. Hij gaat niet lángs de instelling maar er dwars doorheen! Ik stap af en kijk rond. Een ‘cliënt’ klauwt zijn vingers door de basketbalkooi, een mummelende vrouw loopt verdwaasd met een stapel oude kranten rond, een begeleidster houdt haar blik strak op de grond gericht als ze voorbijloopt.
Bij de supermarkt - waar Michael P. boodschappen deed - staat een campingtafel met drie leden van het wijkteam. Zij moeten de onrust en verontwaardiging in Den Dolder wegnemen. Koffie en koek staan tot hun beschikking, de beproefde ijsbrekers. Het team heeft het druk, de dorpelingen willen de kliniek weg hebben. Mijn lunch gebruik ik binnen gehoorsafstand. De clichés die ik de afgelopen weken in alle journaals, actualiteitenprogramma’s en aan talkshowtafels heb gehoord, komen allemaal nog eens voorbij. De verongelijkte burgers laten zich niet overtuigen of geruststellen door de genuanceerde woorden van het team. Net zo min als op televisie luistert hier ook niemand.
Uitgegeten verlaat ik deze vervloekte plek gauw. Via Bilthoven, de Bilt en langs de rafels van Utrecht kom ik in Groenekan terecht. Omkranst door herfstkleuren glinstert een vijver. Ik probeer te genieten van de onverwachte schoonheid. De zon schijnt maar ik huiver bij de gedachte aan de pijn en doodsangst die Anne doorstond.
Rust zacht, Anne
Thomas van der Steen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten