donderdag 19 januari 2017

1803


                        
1803

                                    

Vol ongeloof keek ik naar de TV. Richard Kimble, the Fugitive, belde aan bij nummer 3924. ‘Papa, huisnummer 3924, dat kan toch niet?’ Mijn vader, hij was in Amerika geweest, zei: ‘Alles is groter, hoger en langer daar, de straten zijn eindeloos.’ Ik was 9 jaar en vond 195, het hoogste nummer in mijn straat, al astronomisch.
Toen mijn oma haar eau de cologne sprenkelde en ik haar vroeg waarom er 4711 op het etiket stond zei ze: ‘Dat is het merk, het huisnummer van de winkel in Keulen.’
Mijn wieg stond op nummer 30 en verhuisde achtereenvolgens naar 136, 1, 69, 12, 5 en landde 24 jaar geleden op 167. Ik ben toe aan een huisnummer dat bestaat uit 4 cijfers dus op naar Den Haag, op naar de Laan van Meerdervoort!

Naar Amsterdam ga ik wekelijks, Utrecht maandelijks en Rotterdam bezoek ik ieder kwartaal wel een keer. In Den Haag kom ik nooit. Ja, ik ben eens naar Madurodam geweest en heb op de pier van Scheveningen met mijn vader en diezelfde oma een scholletje gegeten.
Als ik op mijn fiets stap voor de hal van het Centraal Station bruist de stad me tegemoet. Dynamiek hangt in de lucht, weet nu al dat ik hier vaker ga komen. Om niet te verdwalen haal ik bij de VVV een plattegrond.
Onderweg naar Laan van Meerdervoort nummer 1 doorkruis ik Chinatown. Het is een zonnige dag en kantoorpersoneel flaneert zonder jas naar hun lunchadres.
Ik wil de langste laan van Nederland van begin tot eind fietsen op zoek naar een volwassen huisnummer. Het eerste stuk is éénrichtingsverkeer meteen daarna is de weg opgebroken, de vloek van elke stad. Ik fiets over de stoep met aan weerskanten winkels en kantoren. Dan een statig gebouw op rechts: Gymnasium Haganum. Als oud-gymnasiast knik ik kort naar gebouw en pauzerende leerlingen. Tot de kruising met de Suezkade is de straat een aaneenschakeling van kapsalons, telefoonwinkels, café’s en kebabzaken.
Het karakter van de straat verandert en naarmate ik het centrum verder achter me laat wordt het almaar chiquer. Hypotheekverstrekkers, tandartspraktijken, makelaars en notariskantoren verdringen zich. Vanaf nummer 563 hebben de woonhuizen tuintjes. De tram rijdt nu door gras en een door bomen gevormde groene boog. Na de kruising met de Pioenweg op rechts geen huizen maar een park. Aan de andere kant van de weg moet nummer 1000 zijn, een ijkpunt. Ik steek over en kom bij het portiek waar dat magische nummer moet zijn maar 1000 ontbreekt! Er is ongetwijfeld een reden voor maar na 998 komt 1002.

Tijd voor een colaatje en op het terras van een door Chinezen gerunde snackbar ( bestaan er überhaupt nog chineesloze? ) is het goed toeven. Voor me een tramhalte en een winkelcentrum, achter me ruist het lover van de Bosjes van Pex.
De laan is 6 kilometer lang en ben bijna aan het eind. Aan weerszijden stadse portiekwoningen, 5 verdiepingen met een gemeenschappelijke deur die toegang geeft tot 10 huizen. Hierna weer een park, landgoed Meer en Bos. De laan wordt breder en ruimer, aan de horizon gloort bos. Links rijst een enorm 6-laags, geel appartementencomplex op, het kreeg de bijnaam Chinese Muur.
Voor het kruispunt met de Kijkduinsestraat liggen nog een paar flats. Ik stap af om het hoogste nummer te vinden. Mijn zoektocht eindigt bij nummer 1803. Hoger dan dit zag ik nooit in Nederland maar na zo’n stuk fietsen had ik op hoger gehoopt. Lichtelijk teleurgesteld stap ik weer op en buig naar rechts. De straffe wind geeft de wolken geen kans en de duinen, het strand en de zee bij Kijkduin lonken.

Thomas van der Steen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten