donderdag 23 april 2015

10 april 2015:bloesjesdag

             

                                  1213BZ OVfiets



               10 april 2015:bloesjesdag!

En dus geen rokjesdag, dat is maar nieuwigheid. Bloesjesdag werd voor het eerst gebruikt in de jaren zestig door Piet Grijs, rokjesdag pas in 1994. Maar bedenker Martin Bril werd zo populair dat zijn term norm is geworden. In de aanloop naar bovenstaande vrijdag, om nog maar te zwijgen van de dag zelf, werden we doodgegooid met het begrip rokjesdag. Het bleef niet beperkt tot het weerbericht, aan elke talkshow-tafel ging het erover. Het ‘olala’-onderwerp werd besproken alsof we nog in de 19e eeuw leefden.

Die dag, bloesjesdag dus, komt maar langzaam op stoom. Als ik het plein voor het station van Nijmegen op loop is de kou nog niet uit de lucht. Ik haal mijn OV-fiets voor die dag uit de stalling en rijd langs het Maas-Waal-kanaal de stad uit. De buitenwijken voeren me naar de Heilig Landstichting. Het Bijbelmuseum laat ik links liggen, de natuur lonkt. Dit gebied heet het Rijk van Nijmegen, het landschap golft tussen Maas en Waal. Als ik van Berg en Dal richting Groesbeek koers heet de weg dan ook Zevenheuvelenweg. Aan deze weg moet ook Groesbeek Canadian War Cemetery liggen. Dit parcours wordt als slopend ervaren door wandelaars en fietsers. Thuis staat mijn fiets met 8 versnellingen, dit geel-blauwe karretje heeft er precies 1. De zon is nu goed warm en bezweet geniet ik van het uitzicht.
Op de hoogste top staat een villa met een onmetelijke tuin. Achter het hek staan een paar jonge reeën te grazen. Als ik in Groesbeek aankom heb ik de Canadese begraafplaats nog niet gezien.

Lunchtijd nadert, Duitsland ook dus besluit ik in Kranenburg te eten. Daar maar even over de begraafplaats gelopen, de kerk zelf is zo gesloten als een kluis. De lunch in deze katholieke gemeente bestaat op vrijdag bij Schnellrestaurant Peters vanzelfsprekend uit vis, een gefrituurde.
In het Reichswald, de grens schampend, is het aanmerkelijk koeler. Als ik het bos verlaat overschrijd ik twee grenzen tegelijk: ik ben niet alleen weer in Nederland maar ook nog in Limburg, heel even. Terug in Groesbeek bezoek ik het Nationale Bevrijdingsmuseum. Veel aandacht voor Operatie Market Garden, die zich hier in de buurt afspeelde. Maar gelukkig ook veel foto’s over de bevrijding; je kan me geen groter plezier doen met een foto van goedlachse Hollandse meiden ( met officierspet ) op de motorkap van een Jeep. Uit de speakers klinkt ‘Trees heeft een Canadees’. In een koepel hangen als eerbetoon alle wapenschilden van de regimenten die Nederland bevrijd hebben. Daar valt me weer op dat ook Poolse soldaten hun leven hebben gewaagd, of zelfs gegeven, aan de bevrijding van Nederland.

Als ik weer op de fiets stap speelt ‘Trees heeft een Canadees’ nog door mijn hoofd. Ik bedenk dat hun ereveld niet ver kan zijn. Ik vraag aan een dame met hond of zij het weet. ‘Tis hier rechts de weg op, de hoogste bult rechts en pas op, tis steil hoor.’ Ik sta weer aan het begin van de Zevenheuvelenweg. Hoe kan ik 2617 kruisen gemist hebben? Als ik puffend en hijgend de begraafplaats bereik zie ik de reeën grazen aan de overkant van de weg. Verblind door de onschuld van de Bambi’s miste ik de versteende realiteit. Het gras is kort en groen, de kruisen spierwit en de Maple Leaf Flag vuurrood.

Uitbollend bereik ik aan het eind van de middag Nijmegen. Scholieren fietsen in lange slierten dezelfde route. Als we langs het Radboud en een ROC gaan wordt de stoet fietsers dikker en langer. Bij het station voegt zich ook nog het personeel van de leeggestroomde kantoren bij de massa. Geen rokje te bekennen trouwens. Wel veel bloesjes.

Thomas van der Steen


Geen opmerkingen:

Een reactie posten