donderdag 26 juni 2014

Go west young man, ride like the wind!

                                   



                                           1116BZ Zon en regen




 Go west young man, ride like the wind!



Wind waait fel uit het oosten, de lucht is wolkenloos, de temperatuur aangenaam. Dat ik ga fietsen staat vast maar geen rondje. Het cijfer 5 en soms zelfs 6 op de Beaufort-schaal wordt gehaald. Ik stap op mijn Raleigh en zet koers naar het westen. Met deze straffe wind in de rug is Scheveningen mogelijk.

Het eerste traject gaat naar Breukelen. Dat heb ik vaker gereden maar nog nooit zo snel. Normaal ga ik verder langs de Vecht. Of naar Utrecht of richting Amsterdam. Nu steek ik het Amsterdam-Rijnkanaal over en kom in voor mij Terra incognita. Op de kaart van het fietsknooppuntennetwerk in de polder van Kockengen zie ik dat Vleuten vlakbij is. Vriend R. is daar laatst gaan wonen, wij verklaarden hem voor gek. Hij zou volgens ons, zijn vrienden, ingemetseld worden in de Vinex-wijk en ieder jaar maar één keer ontsnappen. Waarschijnlijk om naar een musical of godbetert naar een voorstelling van Youp te gaan.
Ik bel hem en hij nodigt me uit voor de lunch. Zijn wijkje ziet er alleraardigst uit met klassieke, neo-klassieke, eigentijdse en futuristische huizen en gebouwen. Zijn huis is minstens twee keer zo groot als zijn huis in Hilversum, de tuin tien. Aldaar, in de zon en uit de wind, complimenteer ik hem met zijn keuze. Glunderend hapt hij in de op zijn kookeiland bereide boerenomelet.

Ik laat R. achter in zijn hof van Eden en fiets naar het Lint, een recreatiestrook van asfalt. Die loopt door het Máximapark, het enorme park van Leidsche Rijn. Vlak voordat ik het park verlaat om verder westwaarts te racen zie ik iets vreemds. Een matzwart object ligt dwars over het pad. Als ik dichterbij kom blijkt ‘t een kunstwerk. Ik herken een gekantelde Citroën 2CV en een Fiatje 500. Verder autobanden, pallets en een anarchistenvlag, alles diepzwart. Het beeld Barricade van de kunstenaar Castillo brengt mij terug naar mei 1968 en dat is precies de bedoeling. Als 10-jarige keek ik met grote ogen naar het Journaal. Wereldwijde studentenprotesten ontwrichtten de status quo en verontrustten het establishment. Vanzelfsprekend lag mijn sympathie bij de studenten en het hardvochtige optreden van politie en leger in vooral Parijs en Mexico-Stad deed mijn kinderbloed koken. Toen ik mijn Marokkaanse collega tijdens de Arabische Lente vertelde dat in mei 1968 de Westerse studentensteden net zo in vuur en vlam stonden keek hij me glazig en vol ongeloof aan.


Langs de Leidse Rijn - het kanaal - stuif ik via Harmelen, Woerden, Bodegraven en Reeuwijk naar Gouda. Monotoon stamp ik de trappers naar beneden. De wind stuwt me voort en kilometers fietspad flitsen voorbij. Het tempo, bestendige ritme en de onwankelbare cadans geeft de vlucht voorwaarts het karakter van een mantra. Niets, niets kan me tegenhou….nou ja, de lucht wordt donker. Mijn vriend, de wind, blaast verzadigde wolken over me heen. Uitbollend haal ik droog het station van Gouda. Tien minuten later zwoegt de Intercity door de striemende regen oostwaarts.

Thomas van der Steen

PS Mijn Raleigh Priority is gestolen en ik zal mijn trouwe kompaan enorm missen.

2014-06-09 15.05.51.jpg wordt weergegeven



















donderdag 5 juni 2014

Lunchen bij de buren






                                                1115BZ Currywurst

                            
                           Lunchen bij de buren



Loom biggelt de Maas als een lange traan door haar intens groene vallei. De aanwezigheid van de natuurkleur is zo prominent dat zelfs de rivier door weerkaatsing groen oogt. Ik moet strak naar boven kijken om een andere kleur te zien. Die andere kleur is trouwens grijs want het is een bewolkte dag. Ik fiets door De Maasduinen, een langgerekt natuurgebied in Noord-Limburg, ingeklemd tussen Maas en Duitse grens.

Ik fiets zuidwaarts en rechts liggen de paraboolduinen van de Maas, opgewaaide zandruggen in hoefijzervorm. Links wisselen bossen en heides elkaar af. Hier en daar glimt een vennetje als een uit de hemel getuimelde parel. Ondanks het feit dat ik aan ‘onze’ kant rijd waan ik me aan gene zijde van de grens. Het dorpje dat ik binnenrijd heet namelijk Siebengewald. Hier steek ik over naar de buren. De verleiding om in Duitsland te lunchen is niet te weerstaan. Over de grens is er meteen geen fietspad meer. Zware vrachtwagens daveren over de provinciale weg vlak langs me. In de berm staat een stenen kruis. ‘Beten Sie für Sigmund’ luidt het opschrift. Ik sla gauw een zandpad in na deze onheilspellende tekst.

Vlakbij ligt Airport Weeze, geducht concurrent van Schiphol en Eindhoven. Vanaf hier waaieren de vliegtuigen van Ryanair naar populaire zonneoorden. Langs de betonweg die naar de terminal loopt staat een museum. Buiten staat een vervaarlijk uitziende raket die op de wolken staat gericht. Het is een relikwie van de Britse RAF die hier een basis had tot 1999. Het museum is gesloten en op het informatiebordje zie ik dat ‘t dat eigenlijk altijd is.

Ik ben verliefd op de dynamiek van luchthavens maar hier is het stil. Op een onevenredig aantal ( 5 ) politieauto’s na. Een Afrikaanse vrouw, gekleed in een traditioneel gewaad, loopt omringd door agenten door de schuifdeuren. Ze moet achter in een van de auto’s gaan zitten. Duidelijk is dat ze nog nooit van haar leven een veiligheidsgordel heeft gezien. Omstandig wordt ze vastgegespt door de twee jongste agenten. Met angstige blik volgt de vrouw hun handelingen.

Zo bosrijk als het verderop in Nederland is zo weids en open is het hier. Ik ploeg tegen de wind in via Wemb naar Kevelaer. Enorme windmolens ontsieren het landschap. Kevelaer blijkt een Maria-bedevaartsoord. Midden op het centrale plein staat de Gnadenkapelle, hier is het allemaal om te doen. In de 17e eeuw kwam een marskramer hier zijn nering uitventen. Tot drie maal toe fluisterde Maria in zijn oor dat hij hier een kapel moest bouwen. Na de derde keer zwichtte hij, bouwde het gebedshuis en het spel was op de wagen. Onverklaarbare genezingen, lichtbundels uit de hemel en ander wonderen regen zich aaneen, de hele Roomse santenkraam. Ik schuifel samen met vrome katholieken door het kleine heilige gebouwtje. Een Braziliaanse - dat bleek later bij het kaarsje branden - valt devoot op haar knieën en begint vurig te bidden. Ze doet geen half werk, als ik na een kwartier weer langsloop bidt ze nog!
Het plein ligt in de schaduw van de enorme Basiliek. Hier is minimaal een keer per dag een dienst voor de pelgrims. Aan de overkant ligt de Kaarsenkapel. Juist buiten branden alle bezoekers een kaars. Prachtig gezicht, honderden flakkerende kaarsen langs de hele lengte van de kerk. Ook ik steek op, het ritueel bevalt me.

De lunch in Zum Lindenbaum is overdadig, de omschrijving veelzeggend. Currywurst Deluxe, Pommes und feine Salatteller. Precies wat een eenzame fietser  in den vreemden weer sterk maakt.
Ik neem de snelste weg terug naar Nederland, een saaie, rechte weg door onafzienbare weilanden. De grens kondigt zich al van verre aan. Daar waar het bos begint, begint Nederland en natuurpark De Maasduinen.


Thomas van der Steen

woensdag 4 juni 2014

Op kantoor

                                                         




                                                                       



Gisteren op kantoor zag ik een brandende gloeilamp zweven boven het hoofd van een klerk. Mijn moeder gelooft me niet. Ik mag er met niemand over praten. Mama is bang dat ik word ontslagen en mijn loon kan niet gemist worden thuis. Ik vind het heerlijk om Gisela in de keuken te helpen. Ze schuift me nu en dan extra koek toe. Daarom stap ik grijnzend uit de Berner tram bij halte Genfergasse. Het kantoor is om de hoek. “Wat ben je laat Maxi, gelijk thee rondbrengen aan de heren.” Als ik bij de kamer van de zwevende gloeilamp kom brandt ‘ie wéér. De man werkt als een bezetene en merkt me niet op. Ik fluister; “Uw thee, mijnheer Einstein.”