Lente en Nieuwegein
Herfst en Nieuwegein was het eerste nummer dat ik ooit van Spinvis hoorde en ik was op slag verkocht. De muziek maar vooral de teksten van Erik de Jong vielen op. Ik moet aan dat nummer denken als ik op de Pont Napoleon in Vianen sta. Aan de overkant van de Lek ligt Nieuwegein en het is trouwens geen herfst maar lente.
‘de wind verzamelt stemmen en papier’
Om de lente te vieren wil ik via de Lekdijk stroomafwaarts naar Ameide fietsen, om daar met het veer naar Lopik aan de overkant te varen. Daarna met de wind in de rug naar Nieuwegein, om op de plattegrond te kijken die Spinvis inspireerde tot:
‘de sneltram en het kruispunt
en het zwembad
U bevindt zich hier’
Om bij de dijk te komen moet ik langs het haventje van Vianen en door de Lekpoort. Het stadje blijkt een parel, de poort geeft toegang tot een historisch straatje met het stadhuis als hoogtepunt. Dat de watertoren van wit beton detoneert in dit decor vind ik juist mooi.
Het fietspad bovenop de dijk geeft goed zicht op de Lek maar de forse tegenwind heeft vrij spel. Het is eind maart en alle voorjaars clichés trekken voorbij. Onder roze bloesem zoeken lammetjes ijverig naar de melk van hun moeder. Het gaat er niet zachtzinnig aan toe en heb medelijden met de ooien. Als ik uitblaas op een bankje en over de uiterwaarden kijk, kruipt er onmiddellijk nieuwsgierig ongedierte over mijn blote armen.
‘het was misschien z’n tijd
daar ligt ie nou
je vraagt je af
wie er morgen in z’n auto rijdt’
Als ik in Ameide kom blijkt het ook een prachtig stadhuis te hebben. Een rij historische panden geeft het stadje allure. Voor het monumentale pand van het Hoogheemraadschap staat een spierwitte Bentley geparkeerd; is de dijkgraaf op bezoek?
Op een grasveld bij de rivier eet ik mijn lunch. Hiervandaan heb ik goed zicht op het dobberende pontje verderop. De schipper houdt ook lunchpauze en rommelt wat in zijn stuurhut. Pas als een vrouw haar fiets op het dek parkeert kom ik in beweging. Omdat de boot al die tijd niet heeft gevaren vraag ik de vrouw wanneer hij vertrekt. ‘Huub, wanneer ga je varen?’ Huub richt zich op en zegt: ‘aanstaande zaterdag weer voor ‘t eerst.’
‘in alles wacht
vandaag de eeuwigheid’
Teleurgesteld stap ik op om dezelfde weg terug te gaan. Geïrriteerd en met de wind in de rug haal ik met gemak drie binnenvaartschepen in, dat zal ze leren.
Uiteindelijk sta ik weer op de Napoleons brug die de uiterwaarde overspant. In 1811 stond de keizer hier ook, hij was onderweg naar Utrecht. Toen werden hemel en aarde bewogen om hem en zijn gevolg over te zetten. Ik moet wachten tot zaterdag.
‘vanaf hier is alles wat het lijkt’
Thomas van der Steen
Herfst en Nieuwegein, Spinvis