donderdag 28 januari 2016

Cartoonisten in de kou


      


                                           1307BZ Cartoon
           Cartoonisten in de kou


‘Zou je het wel doen?’, vraagt mijn vrouw bezorgd, ‘het was vannacht min 9!’ Ze heeft gelijk, het was de koudste nacht van deze winter tot nu toe en vanavond wordt de eerste marathon op natuurijs gehouden. Maar ik snak naar een rondje fietsen. Er is een zonnetje beloofd en tegen kou kun je je toch kleden?

Als ik bij station Driebergen-Zeist op mijn fiets stap wordt de zon nog omfloerst door grijze wolken. Die hebben net een laagje sneeuw gemorst. Er hangt zo’n typische witte sluier die ik nog ken van heuse winters.
Het plan is om een klein rondje in de buurt van de piramide van Austerlitz te maken. Langs de provinciale weg staan enorme herenhuizen waar hoofdkantoren van stichtingen, banken en bedrijven zijn gevestigd. Van Lanschot, het Wereld Natuur Fonds, PGGM,  Witteveen Mode, Univé, Triodos, Achmea, het houdt niet op. Sommige staan op een heuvel - voor nog meer aanzien - en hebben bevroren vijvers in de uitgestrekte tuinen. Ik draai het bos in richting Huis ter Heide en Bosch en Duin. Het bos blijkt een villawijk. Als Gooier ben ik wel wat gewend maar de huizen die hier staan zijn indrukwekkend.

In de lanen is het stil, de sneeuw dempt, er is geen mens op straat. Mijn banden laten een zwarte streep achter op straat, een traan trekt een warm spoor over mijn koude wang. Ondanks de warme kleding blijf ik rillen. Door de gladheid rijd ik voorzichtig, de fietsvreugde is ver te zoeken. Na een uurtje geloof ik het wel en draai om. In een rechte lijn fiets ik over de Slotlaan van Zeist. Bij de eerste de beste gelegenheid waar de koffie warm is stap ik af. Na twee ouderwetse bakkies, geen barista te bekennen, kom ik langzaam bij. Een poster maakt melding van een expositie over de tekenaars Yrrah en Peter van Straaten. De tentoonstelling blijkt in Slot Zeist, aan het einde van de straat.

Het voormalige lustoord heeft een vorstelijke oprijlaan. Het 17-eeuwse buiten kreeg het Nederlandse Versailles als bijnaam. Ik ben de enige bezoeker en word enthousiast ontvangen door vrijwilligers die veel musea in Nederland open houden.
In mijn jeugd vielen zowel Het Parool als Vrij Nederland thuis door de bus, beide tekenaars zijn mij bekend. De tekeningen van Peter van Straaten zie ik nog wekelijks, altijd kommer en kwel. De hernieuwde kennismaking met Yrrah bevalt mij zeer. Elke geëxposeerde tekening ken ik nog. De pronte vrouwenlijven, een bespotte Jezus en de mislukte zelfmoorden, zalig. Dat ik ze mij nog allemaal kan herinneren is geen straf, integendeel, ik herleef de verwondering die ik had toen ik 14 was.
De tekeningen van van Straaten zijn gedrenkt in alcohol en walmen sigarettenrook. Glimlachend verlaat ik de tentoonstelling.


Als ik buiten kom schijnt de zon volop. Hij daagt me uit om nog een rondje te fietsen maar ik laat me niet verleiden.


Thomas van der Steen

donderdag 14 januari 2016

Fiets onder stroom

      



                  Fiets onder stroom



Als ik mijn plannen voor de dag ontvouw aan de balie van rijwielverhuurbedrijf ‘t Zinkviooltje word ik met een brede armzwaai doorverwezen naar Sjeng. Ik ben in het uiterste zuiden van Nederland en wil een fietstocht maken door Limburg en de Voerstreek. Omdat de charme van klimmen mij vreemd is veroorloof ik me vandaag een fiets met elektrische hulpmotor. Sjeng blijkt chef E-bikes van het bedrijf te zijn. Als ik naar de witte vegen op zijn gezicht staar merkt hij op: ‘tja, factor 50, gevoelige huid en ik moet nog de hele zomer mee.’ Hij wijst me op de tot de nok gevulde accu’s in de fietstassen en de indicator die de aangeeft hoeveel prik er rest. Als ik me als een gemiddelde fietstoerist gedraag zal ik 50 kilometer lang hulp krijgen.

Langs de Geul fiets ik door haar dal. Het zandpad loopt op en het is net of ik een duwtje in mijn rug krijg. Ik moet even wennen aan het feit dat ik sneller stijg dan verwacht. Ik verlaat de rivier en Nederland. Heuvels en dalen glooien onophoudelijk in de Voerstreek. Op elk kruispunt in deze katholieke streek lijdt Jezus aan een houten kruis. Ik ben er dol op en moet me beheersen niet telkens af te stappen voor een foto. Die obsessie deel ik met Madonna trouwens. December vorig jaar was ik bij haar concert en crucifixen waren nooit ver. Naar het schijnt heeft het iets met onze katholieke moeders te maken.

Mijn eerste pauze houd ik bij Henri-Chapelle American Cemetery and Memorial. De sandwich au beurre, jambon et cornichons smaakt delicieus. Hiervandaan is het uitzicht op 8000 oogverblindende witte kruisen - weer kruisen - op 20 hectare gemaaid gras overweldigend. Net als bij ons in Margraten liggen de Amerikaanse G.I.’s hier, rij aan rij.

Na de lunch fiets ik weer naar het noorden. Langzaam daalt de weg. Ik kan de verleiding niet weerstaan om, met elektrische hulp, zo hard mogelijk te gaan. Maar bij 58 km/uur knijp ik angstig in de remmen. Aan de horizon ligt het dorp Moresnet, een staatsrechtelijk fenomeen. Een eeuw lang lag hier Neutraal Moresnet, een onafhankelijk landje, niet groter dan het huidige dorp. De hoop op een gedenkplaat of in ieder geval iets tastbaars over de geschiedenis van het dwergstaatje blijkt ijdel, ik vind niks. Wel verheft zich een ellenlang spoorwegviaduct boven het dorp. Gebouwd door de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog om kanonnen en soldaten naar het front te slepen, nu een economische overspanning tussen Antwerpen en Aken.

Her en der liggen hoeves in het Limburgse land. Als er geen auto’s op de binnenplaatsen zouden staan waande ik me in de 19e eeuw. Onafgebroken blijft het op en af gaan en ben inmiddels zielsgelukkig met de hulp bergop. De spanning van de accu’s loopt wel angstaanjagend snel terug. Het wordt tijd om terug te keren naar ‘t Zinkviooltje. Op een bospad tussen Teuven en Sippenaken staat een gedenksteen ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Dodendraad. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bouwden de Duitsers een afscheiding tussen België en Nederland om onze zuiderburen te beletten naar ons land te vluchten. Ik dacht dat de Draad des Doods alleen in Zeeuws Vlaanderen knetterde maar hij liep van Cadzand tot Vaals. De elektrische spanning op deze plek bleek fataal voor 22 mensen.

Met totaal uitgeperste accu’s lever ik de fiets weer in bij Sjeng; hij is nog steeds op zijn post. Ondanks het feit dat ik mij nog piepjong voel - maar niet ben, 58 alweer - is al het verzet tegen de E-bike verdwenen. Althans, als er onafgebroken geklommen moet worden.

Thomas van der Steen