Utrecht mon amour
Op 4 juli start de Tour de France in Utrecht met een individuele tijdrit van 13,7 kilometer. Voor de liefhebber, en dat ben ik, een uitgelezen kans om de coureurs, met gepaste verafgoding, te bewonderen. Utrecht ligt hemelsbreed 15 kilometer van mijn huis, zo dichtbij waren ze nog nooit. In 2010 was de start van de Ronde van Italië in Amsterdam en de Tourstart in Rotterdam. Bradley Wiggins, winnaar in Amsterdam, en Fabian Cancellara, de snelste in Rotterdam, fietsten bijna over mijn schoenpunten.
Ter voorbereiding van het spektakel in Utrecht ging ik samen met mijn wielermaatje naar De Muur on Tour. Een theatervoorstelling over wielrennen van Mart Smeets, Joost Prinsen, Steven Rooks, Blaudzun, Peter Winnen en Jeroen Wielaert. Ik ging ook nog naar het Spoorwegmuseum voor de tentoonstelling ‘Parijs is nog ver’. Ik ben terdege voorbereid.
Maar op 4 juli ben ik niet in Utrecht maar in Woolloomoolloo, Australië. Verder weg dan dat kan niet of je moet de ruimte in.
Cinq... quatre... trois...deux...un, en ik trek mezelf in gang. De tijdrit begint voor Holland Casino, rechts sportvelden, links een desolaat parkeerterrein. Als ik er dan niet bij kan zijn fiets ik die tijdrit zelf wel. Na een kilometer op de grote rotonde links, daarna de brug over. Als ik de Vondellaan bereik is het oppassen geblazen, het stikt hier van de studenten. Waarom zitten jongvolwassenen tegenwoordig nooit meer in een bedompt lokaal? Ik zie ze alleen maar groepsgewijs naar een AH to go slenteren om daarna schransend en Red Bull slurpend weerom te keren.
De weg buigt naar rechts en volgt het spoor. De watertoren van de wijk Hoograven zal een mooi decor vormen als de renners voorbijflitsen. Nu scherp naar links onder het spoor door en dan over de Albatrosbrug rechts de Venuslaan in. Die loopt langs de Kromme Rijn, hier wordt het mooi. Maar de weg buigt af van het riviertje en stevent recht op Stadion Galgenwaard af. Linksom het stadion de Weg tot de Wetenschap op. Ah, daar is de Kromme Rijn weer. Als ik onder de A27 fiets ben ik even in academisch Utrecht. Snel verlaat ik via de Archimedeslaan de Uithof.
Dan rijd ik over de Waterlinieweg. Die ligt ingeklemd tussen een begraafplaats en het prachtige Park Bloeyendael. De wielrenners gaan hier niets van zien, die zien alleen maar het beton dat onder ze doorglijdt. Bij de rotonde linksaf om de eindeloze Biltstraat op te rijden. Na de rust van de laatste paar kilometer is het hier weer uitkijken, de Biltstraat is een winkelstraat. Bij de Kruisstraat linksaf om langs de Maliesingel te fietsen. Aan de overkant ligt de binnenstad en de monumentale panden, overwoekerd door groen, zien er weergaloos uit. Maar het wit van de koepel van sterrenwacht Sonnenborgh dat scherp afsteekt tegen het lover geeft het mooiste plaatje.
De laatste kilometers van de route zijn ongeveer dezelfde als die van het begin. Het laatste stuk gaat recht op de twee zilveren torens van de Rabobank af. De finish van de individuele tijdrit ligt aan de voeten van die hoge torens, vermoedelijk een deal uit het verleden.
Dat Utrecht de Tour mag ontvangen is een groot succes voor de stad. De hele wereld kijkt naar de schoonheid van je stad en de hotels puilen uit. Maar juist op de eerste dag, nota bene een tijdrit, fietsen ze niet onder de Dom door, denderen niet over de grachten en doen ook al niet de mooiste straat van Nederland aan, de Maliebaan.
De volgende dag vertrekken de renners naar Neeltje Jans en rijden dan onder, over en langs bovenstaande plekken maar dat is om 1 uur ‘s middags en die beelden halen de avondjournaals van Peking, New York of Sydney niet.
Ach, ik ben er toch niet, kan mij het schelen. Ik tip Tom Dumoulin, een Nederlander, als winnaar. En dat zou betekenen dat er weer eens een landgenoot in het geel gaat rijden. Dat gebeurde voor het laatst in Luxemburg in 1989 ( Erik Breukink, precies 1 dag ) en daar was ik dan weer wél bij.
Thomas van der Steen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten