zaterdag 14 april 2012

Holy.....sloot

                                 Holy.....sloot

Het is Hemelvaartsdag en een van de weinige overgebleven voorrechten die mij resten is dat ik vandaag vrij heb. Belinda niet, Zoë slaapt bij een vriendin en Tim....die ligt met een kater in bed. Een ideale dag om te fietsen.

Ik koos voor de 4e route uit het Parool van de serie 'Fiets de stad uit!' Normaal is de start bij C.S. Dan zou ik dus met de trein naar A'dam moeten maar nee. Ik voel me opgelaten met de fiets in de trein en je moet ook vast een duurder kaartje kopen en ik weet niet hoe dat werkt. Met de auto, en de fiets op het dak, naar afslag 115 van de A10. Vandaar kon ik de originele route oppikken.

Onmiddellijk naast de snelweg parkeerde ik en een enorme haas denderde voorbij. De herrie van de A10 was trouwens immens, heel Nederland op pad deze feestdag. Des te mooier de stilte werkelijk meteen nadat ik onder het viaduct was gefietst. Ik fietste nota bene bijna met mijn knie in de snavel van een reiger. Tjezus, wat was die vogel dichtbij. Vanaf knooppunt 45 naar Ransdorp, een dorpje met een stompe kerktoren. En overal groen, sappig gras met heel veel koeien en schapen. Bruggetjes, sloten, nessen, kikkers, zwanen en vogels die ik nog nooit heb gezien. Dat ze bijzonder waren ( de vogels ) kon je zien aan de hoeveelheid vogelspotters in dit gebied. Ik naderde Holysloot en de witte kerk achter de bomen beloofde wat. Maar dichter bij het paradijs kom je niet. Allemaal prachtig, dorps, knus en vooral onverwacht.

Hier eindigt dan ook het fietspad < waarom zou je verder willen? > en moet je met het kleinste pontje ooit over. Samen met een echtpaar werd ik overgezet door de pontbaas, hij had de ultieme Melkert-baan te pakken. De vrouw merkte op; 'Hé, een moslima in een kano'. Met zijn geoefende lijzige stem riposteerde de veerman; 'Ja, die hebben ook wel eens zin om te kanoën, moet kunnen'. Verderop in Zuiderwoude, ook zo'n hemels dorp, lag een wielrenner er erg slecht bij, midden op de brug. Veel geknielde mensen met verontruste gezichten en de amateur met professioneel shirt bewoog niet. Ik ben maar doorgefietst, jammer, want dit dorp was het bekijken waard.

Ik naderde inmiddels de dijk van het Ijsselmeer. Ik had de route laten afhangen van de windrichting. Ik haat het om terug de wind tegen te hebben. Bovenop de dijk viel de windkracht 3 behoorlijk tegen. Maar ach, nog 4 kilometertjes naar Marken en dan verder alleen maar wind mee. De dijk naar het voormalige eiland was lang en saai. Maar de beloning was zoet. Marken op de fiets is een genot. Toch een soort van openlucht museum met de bijkomende toeristenstroom maar als fietser gaat het best. Nog even langs de vermaarde vuurtoren, het Paard van Marken, geweest.

In het dorp bij de snackbar was de voertaal Italiaans én Markens. Net zo spijkerhard als het naburige Volendams. Dialecten hebben vaak iets authentiek en sympathiek maar Markens is alleen maar oerlelijk. Je ziet de toeristen trouwens met de meest vreemde combinaties op hun bord. Zo zag ik een haring tegen patat aanliggen en gebakken schol met nasi, brrrhh.
Ik ben al decennia niet in Marken geweest maar ik kom zeker nog 's terug. De groene huisjes bij de haven zijn schattig. Cruisend over de zeedijk naar het zuiden. Een lang stuk langs de boorden van de voormalige Zuiderzee. In een kom hadden zich jetskiërs verzameld. In Nederland wordt dat gedaan door ordinair, tegen het criminele aan hangend, tuig. En ja hoor, verkeerde auto's, te dikke zoontjes met een grote bek, hoogblonde wijven met harde koppen en onvoorstelbaar foute mannen. Maar als toetje aan 't eind van de dijk Durgerdam. Zo kneuterig, ouderwets en mooi. Door de straat heen zie je de drukke, warme en volle stad Amsterdam liggen en hier waan je je nog in 1834. Langs de volkstuinen naar het viaduct terug naar de auto. Ik heb er 40 kilometer opzitten, alleszins te doen. En veel Nederlandser kan het niet worden.
Waardering: 8/10
ps Thuisgekomen even 112 gecheckt maar niks gevonden over de ongelukkige wielrenner. Hij zit nu misschien in de tuin met een biertje en een blauwe knie.

Spakenburg


                  Back Home

Pfew, dat gaat niet mee vallen vandaag. Voor het eerst na weken rust weer eens een echte fietstocht. Ik trap iedere dag naar mijn werk en maak rondjes om de kerk. Maar echt er op uit, eten en drinken in de fietstas en een vooraf uitgezette route? Dat heb ik zeker zes weken niet gedaan. En eerlijk gezegd kan ik niet wachten om loos te gaan. Vandaag wil ik lunchen in de haven van Spakenburg en ik wed dat het gaat lukken.

Eerst naar de Franse bakker (Le Fournil de Sébastien) op de Gijsbrecht voor een 'pain aux raisins' voor de broodnodige koolhydraten. Met dat rozijnenbroodje, vakantiesentiment en zoete spierverzorger in één, moet het eerste deel van het traject overbrugbaar zijn. Ik heb het eerder gedaan maar ik kies een andere route. Eerst de beproefde weg over de hei naar Theehuis 't Bluk. Het is eind augustus dus de heide staat in bloei. De golvende Zuiderheide is een paarse zee, van horizon tot horizon. De eerste tien jaar van mijn leven woonde ik hier om de hoek maar nu pas, op mijn 53e, zie ik er de schoonheid van in.

Bij 't Bluk rechtsaf het bos in om uit te komen bij 'de Witte Bergen'. Een overbekende van der Valk-vestiging drukbezocht door gezinnen, vertegenwoordigers, managers -met een plan-, criminelen -met een plannetje-, goeroes, bedrijfstherapeuten, evangelisten, bejaarden en matrassenverkopers. Laatst las ik een artikel dat de leiding van de uitdijende familie van het bakje appelmoes met kers af wil. Onbegrijpelijk, never change a winning team!
Daar ga je ook over het viaduct van de A1, het bos in. Gisteren zag ik de insectenaflevering van de BBC-serie Life. De overeenkomst van een hardwerkende mierenkolonie en de snelweg onder me is treffend. Links liggen de geglooide zandverstuivingen waar 'de Witte Bergen' zijn naam aan te danken heeft. Het bospad slingert naar de Gooyersgracht in Laren. Aan het eind een fietstunnel onder de A27 die Eemnes ontsluit.

Meteen aan de rechterhand een dorpse begraafplaats. De dodenakker oogt klein maar dat komt omdat de velden zijn begrensd door heggetjes. Het geeft zoals eigenlijk alle begraafplaatsen een intiem gevoel. Ik ben hier samen met de doden en fantaseer over hun leven. Op het graf van Chr. Blom -lieve man, papa en opa- staat een enorme porseleinen Peterbilt-truck. Behalve echtgenoot, vader en grootvader was Chris dus ongetwijfeld vrachtwagenchauffeur. Hij stierf op 55 jarige leeftijd, slachtoffer van teveel gehaktballen en teveel sjekkies van van Nelle, het lot van de ridders van de weg. Zijn familienaam Blom komt meerdere malen voor op dit kerkhof. Net als de naam Overeem maar dat is logisch: de rivier de Eem ligt even verderop.

Eemnes heeft veel nieuwbouw en een heel oude dorpskern. Daar is ook de kerk en horeca. Bij het pleintje voor café Wakker heb je een uitzicht over de polders. Feitelijk loopt dit polderlandschap tot de rand van de Veluwe, bij Putten en Harskamp. Vanaf de dijk heb je het gevoel dat je daadwerkelijk de polder induikt. Je hebt hier een ongelooflijk weidse blik, niets dat het gezichtsveld blokkeert.

Links de malende windmolens aan gene zijde van het Eemmeer. Je kan er lang en breed over lullen: de statige reuzen maken zich onmiskenbaar schuldig aan horizonvervuiling. Over wind gesproken: voordat je hier gaat fietsen moet je wel even windkracht en -richting nakijken. Zo ver als je hier kan kijken, zo onbelemmerd kan het hier ook waaien.

Rechts, heel ver weg, ruist de zo goed als onzichtbare A1 van Amersfoort naar Amsterdam.

Maar recht voor je de platte polder met zijn ontelbare weidevogels. Ik wist tot twee jaar geleden niks van vogels – ja, mussen en duiven kende ik – maar naarmate je meer verkeert in de natuur gaat het als vanzelf. Inmiddels heb ik in de Eempolder grutto's, sternen, tureluurs, kieviten en lepelaars gezien. In de verte de dijk van de Eem, erachter een schattig jachthaventje. Op de dijk voert het fietspad naar het pontje over het water. De overtocht kost me 60 cent, geen geld, en als ik wil kan ik op de boot tax-free een zak aardappels kopen. Vriend R. wees mij ooit op dit staaltje oerhollandse koopmansgeest en nu zie ik 't met eigen ogen. Aan de overkant ligt Eemdijk, voor originele namen ben je hier aan het verkeerde adres. Het dorp heeft slechts 800 inwoners maar wel 3 kerken. Het dorp is zó diepgelovig dat het pontje niet op zondag vaart.

Vanaf de pont rechtdoor naar Spakenburg. Ik rijd langs tuinen die zó ontzettend strak zijn vormgegeven dat het wel midgetgolfbanen lijken en wel baan 1. Blijkbaar is enige frivoliteit uit den boze in deze rigide geloofsgemeenschap. In één van de tuinen kijkt een in klederdracht gehulde bewoonster mij nors aan, ik kan het haast niet geloven, dat het nog bestaat!
De Vaartweg voert me naar mijn lunchafspraak in de dubbelgemeente Bunschoten-Spakenburg. Bij de haven troepen dagjesmensen samen op de terrassen. Bij het pleinhuisje bestel ik een portie kibbeling –met gratis saus- en een broodje krabsalade. Op een bankje in de zon de oude haven overziend is het aangenaam lunchen. In de haven liggen houten hellingen waar botters worden gerepareerd.

Ik verlaat het dorp in noordelijke richting naar het Eemmeer. De stadions van de rivaliserende voetbalclubs Ijsselmeervogels en Spakenburg liggen vredig naast elkaar. De ooit gevreesde Zuiderzee is getemd en het water kabbelt nu kalm tegen de wal. Verder op de dijk staan nog de overblijfselen van de eeuwenoude palendijk. Dat was in vroeger tijd de houten zeewering die het land moest beschermen tegen de woeste baren. Als je de dijk verder volgt kom je weer in Eemdijk terecht. De gefortuneerde dorpelingen hebben huizen laten bouwen die niet zouden misstaan in welke Vlaamse gemeente dan ook. Minikasteeltjes, veel steen, geen grasspriet te bekennen. Er wordt hard gewerkt en veel verdiend door de huizenbezitters en dat zal je weten ook. De bekende gele 'Broodbussen' van bakkerij 't Stoepje staan her en der verstrooid over het dorp. Die zwermen alle dagen, behalve zondag natuurlijk, door heel Nederland om op de markten goede zaken te doen.
Op de pont terug naar Eemnes heb ik met een andere pontbaas te doen dan vanochtend. Van deze krijg ik na betaling een kaartje met de prijs. De vorige veerman zal toch niet frauderen met mijn zestig cent? Petrus zal aan de hemelpoort weinig meededogen tonen.

Terug in de polder kies ik voor de kortste weg naar huis.
Op mijn oren komt ' Het Moet 'n Zondag Zijn' ( toeval bestaat niet ) van Kasper van Kooten voorbij. Weergaloze eerste zin: “er is iets loos met mijn lust”. Ik geef het je te doen, zo'n bekende en succesvolle vader hebben en toch in dezelfde stiel een carrière ambiëren. Zus Kim is ook al zo getalenteerd dus het is ongetwijfeld een genenkwestie.
Voordat ik vertrok wilde ik nog langs de Theetuin maar ik voel de krachten langzaam uit de kuiten vloeien. Over de fietspaden dwars door de nieuwbouwwijken zoek ik mijn weg. Mond stijf dicht, wolken met vliegend ongedierte zweven in de lucht. Ik kom nog langs een heel klein woonwagenkamp. Op zijn hoogst zeven wagens, totaal ingemetseld door dezelfde witte kalkzandstenen. Die romantici hebben zich letterlijk laten opsluiten door een compromis van de gemeenteraad. Net als in Eemdijk geen tuin maar beton, lekker makkelijk met parkeren.
Bijna thuis, een slordige veertig kilometers gefietst en doodop. Daar moet ik de komende tijd maar gauw wat aan doen.