woensdag 29 oktober 2014

Starstruck in Monaco

                                                   







                                                                           


                                                       






                                                     1201BS Diamonds






                    Starstruck in Monaco

Oké, ik geef het ronduit toe, ik ben een stargazer. Er bestaat geen juiste vertaling voor maar het komt erop neer dat ik, net als ‘Mien uit Assen’, opkijk naar beroemdheden. Psychologen moeten zich maar buigen over die afwijking - ik hou het op de hoop dat de glans van de sterren ook op mij afstraalt of sterrenstof op me neerdwarrelt. Ik vraag geen handtekeningen, maak geen selfies maar stel een vraag, complimenteer of knipoog. Door mijn leven en werk in Hilversum heb ik niet te klagen. Een niet aflatende stroom van celebrities trok aan mijn oog en balie voorbij.
Elizabeth Taylor, ijskoninginnen Sjoukje Dijkstra en Yvonne van Gennip maar ook Kelly van Big Brother. Pim Fortuyn, Surinaams president Chin a Sen, Kyteman en wereldkampioen darts Ted Hankey. De laatste kocht, behalve benzine en tabak, voor een godsvermogen aan chips, cola en chocola. Opgeteld was het iets van 150 euro. Ik veroorloofde me het grapje om one hundred and eighty! te schreeuwen. Verveeld trok hij zijn creditcard - die grap had hij vast al honderdtachtig keer gehoord.
Als ik thuiskom en mijn vrouw Belinda enthousiast vertel dat zowel Pauw als Witteman een saucijzenbroodje bij me kocht,  reageert ze schouderophalend. Zij vindt het allemaal maar kouwe drukte. Tot Ruben Block van Triggerfinger haar pad kruist, dan piept ze wel anders.

In 1998 waren we in Monaco. We wandelden naar de haven waar de superrijken hun jachten ankeren. Ik voorop, de buggy met Zoë moeizaam voortduwend. Erachter loopt Belinda, hand in hand met onze zoon Timothy. In juli, midden op de dag en dus bloedheet. De tegelzetters hadden de stoeptegels in een mooi patroon gelegd. Daarbij niet gedacht aan een vermoeide, oververhitte en duwende vader. Geconcentreerd zocht ik de gunstigste route voor de zwenkwieltjes. Door het zweet in mijn wimpers zag ik twee gestaltes op mijn pad, man en vrouw. De man boog overdreven, deed twee stappen achteruit, en gebaarde gul naar de vrije doorgang. De vrouw schreed achterwaarts en giechelde. Ik knikte als dank en liep snel door.
“Je herkende haar niet, hè?”, vroeg Belinda op pesterige toon. Met een ruk draaide ik me om en zag nog net het onberispelijk geklede stel in een geblindeerde Mercedes stappen. Het enige wat ik van Stéphanie Grimaldi, prinses van Monaco, had gezien was haar glimlach. Althans, de duizendvoudige reflectie ervan in de diamanten van haar collier.

Thomas van der Steen

donderdag 16 oktober 2014

Race tegen de klok in Breda

           




 Race tegen de klok rond Breda

 

Du moment dat ik Lille verliet op 8 juli wist ik het zeker. Zo gauw er zich weer een kans voordeed om een professionele wielerwedstrijd te bezoeken zou ik die aangrijpen. Ik had net de Touretappe van Le Touquet-Paris Plage naar Lille Métropole bijgewoond. Vlak achter de finish flitsten de renners langs me. Geen televisiepoppetjes maar mensen van vlees en bloed, heel veel bloed.
Op 13 augustus kwam die kans: de Eneco Tour deed Breda aan voor een tijdrit.


In Oosterhout fiets ik langs het Wilhelminakanaal. Op beide oevers fantasieloos gevormde showrooms, loodsen en kantoren. Ik hoopte op knus en gemoedelijk platteland op mijn fietstocht naar Breda maar hier wordt gewerkt.
Via een kaarsrechte weg langs de Vrachelse Heide en het dorp Teteringen bereik ik Breda. Nooit geweest. Op weg naar het zuiden moest je vroeger dwars door de stad maar nimmer uitgestapt. Toch herken ik het eerste gebouw dat ik zie. Onmiskenbaar de koepelgevangenis. Hier zaten de Vier - later Drie - van Breda, onderwerp van eindeloze discussies. Als je zo’n oude, broze oorlogsmisdadiger op televisie ziet, neig je naar clementie. Toen ik in Kamp Amersfoort de knuppel van Kotälla zag, bevroor mijn bloed. Monsters moet je in een kooi gooien en de sleutel smelten in een hels vuur. Kotälla is de enige van de Vier die in zijn kooi stierf.

Als ik de Claudius Prinsenlaan nader wordt het almaar drukker. De naar de oude burgervader ( en die van Joost ) vernoemde laan is de plek waar de renners starten en finishen. Op het plein ernaast staan alle teambussen. Het roze van Lampre steekt fel af tegen het diepzwarte van Team Sky. Hun Jaguars staan in slagorde. Alle kentekens beginnen met een nummer gevolgd door de letters SKY, het lijkt de Thunderbirds wel.
In de schaduw peddelen de renners hun spieren warm op rollers. Omdat het de Eneco Tour is - en niet dé Tour - kan ik Tom Dumoulin feliciteren met zijn Nederlands kampioenschap tijdrijden. Hij knikt en een vloed zweetdruppels valt tussen ons op de grond. Cancellara is favoriet voor vandaag maar Tom zeker niet kansloos.

Omdat eerst de mindere goden het 9,6 kilometer lange parcours mogen afraffelen stap ik op de fiets voor een rondje binnenstad. In het stadspark zie ik groepjes studenten bezig met een opdracht tijdens hun introductieweek. In het park ligt het Begijnhof, altijd mooi, verzorgd en monumentaal. Voor een bezoek aan de Grote Kerk heb ik geen tijd. Op de Markt zijn alle terrassen overvol, het is en blijft Brabant.
De omroeper van de koers kondigt Cancellara’s vertrek aan. De Beer van Bern ranselt zijn pedalen, hij wil winnen vandaag. Hij verbetert de tijd van Geraint Thomas met 8 seconden. Dan verschijnt de 10 jaar jongere Dumoulin aan de start. Hij rijdt een thuiswedstrijd. Voortgestuwd door golven van aanmoedigingen jakkert hij door de straten. Bij de laatste bocht en finish kijkt het publiek gespannen naar het grote scherm. Gebiologeerd kijk ik naar de lopende tijd, der Fabian deed er 10’57” over. Tom smijt zich 2 seconden sneller over de meet dan de Zwitser. Het Nederlandse talent verslaat de gevestigde orde, het publiek juicht extatisch.
Voor alle huldigingen verlaat ik Breda en fiets terug naar mijn auto. Voor ik Oosterhout bereik doemt er een grote moskee op tussen de bomen. Haar minaret contrasteert met de oer-Hollandse lucht. Ik rijd naar het gesloten hek om van dichtbij een foto te nemen. Als ik afstap zwaait het hek open. Uit de moskee komt een jonge Marokkaan, met baard en djellaba, me tegemoet. ‘Eh, ik wil alleen een foto maken’, stamel ik. ‘Oh, ik dacht dat u kwam bidden.’

Thomas van der Steen